Volgens de D. lezing werden de Duitschers toen zij ongeveer 100
M. van Ablaincourt waren gekomen, door een hevig geweervuur
uit aie plaats ontvangen. Dit is echter zeer overdreven voorgesteld,
want als zij met een hoera (wat in den loop van den oorlog bleek
niet goed te zijn; ook al is men ontdekt en opent de vijand het vuur,
moet absolute stilte in acht worden genomen ter misleiding, want
daardoor kan hij in de waan worden gebracht met eigen partij te
doen te hebben, terwijl het geroep de naderenden dadelijk doet
kennen als vijand) naar het dorp snellen, blijkt het, dat, zooals
zij zeggen, men slechts met een paar posten te doen heeft gehad,
die zich snel terugtrokken.
Plotseling werden overal hooimijten, die te voren met petroleum
zouden zijn overgoten, in brand gestoken, waardoor de geheele
omtrek hel verlicht werd. Deze verlichting was voor de Duitschers
zeer nadeelig daar zij zich in het volle licht bevonden en de
Franschen in het donker bleven; daardoor vormden de Duitschers
prachtige schijven voor de in het bosch Chanel opgestelde
Franschen, die nu een zeer hevig vuur openden.
Volgens Fr. lezing echter bevonden zich geen afdeelingen N.
van de Bunet, kon dus van eenig vuur uit Amblaincourt noch van
het aansteken van hooimijten door de Franschen sprake zijn. Ver
moedelijk is door zenuwachtige D. manschappen zelf gevuurd en
is ook door henzelf, zooals meer gebeurde, de brand aangesticht,
ditmaal tot hun eigen groote schade. De eer van den uitnemenden
maatregel, om het terrein, waarover de aanvaller moet naderen,
goed te verlichten, wijzen de Franschen van zich af, daarmede
erkennende zeer nalatig te zijn geweest en een groote fout te heb
ben gemaakt.
Bij het verder voorwaarts rukken werden de Duitschers zeer
belemmerd door heggen en afsluitingen van allerlei aard, zoodat
men slechts zeer langzaam vooruit kon komen.
Verrassing was thans geheel uitgesloten.
In Amblaincourt ontstond door de vele hindernissen groote
verwarring tusschen de onderdeden van het 30e reg. Maar
bovendien boog een deel van het 173e reg. naar het Z. af, in stede
van i.i O.-Z.-O. richting, de aangegevene, door te rukken, en raakte
bij den uitgang van Amblaincourt met troepen van het 30e
vermengd.
De voorbereiding van den nachtelijken aanval was ten eenen
male onvoldoende geweest. De richtingen waren niet goed
vastgelegd en aangegeven; op de beste wijze geschiedt dit door
de kompasrichting, waarin moet worden gemarcheerd, aan te ge
ven of goed herkenbare richtingspunten, maar dit laatste is alleen
voor een kleine afdeeling goed; groote afdeelingen, welke een
breed front innemen, hebben meerdere van die punten noodig en
die zijn niet altijd te vinden, terwijl het onderhouden van zijwaartseh
74