2. KARAKTERSCHETSEN VAN DEN INDISCHEN SOLDAAT,
BENEVENS PRACTISCHE VOORSTELLEN TOT
VERBETERING DER KEURINGSRESULTATEN, i
[Vervolg) 2)
door Dr. L. BALNER,
Officier van Gezondheid le klasse.
II.
De dienstneming in ons leger wordt grootendeels in de hand ge
werkt door economische oorzaken; een uitzondering maken slechts
de Amboineezen en Manadoneezen, die zich meest uit hoofde van
andere motieven, b.v. militairen aanleg, traditie, enz. voor den dienst
verbinden. Wat de andere landaarden betreft, zien wij naast de
economische motieven in vele gevallen ook een speciale karakter-
aanleg zich als oorzaak voordoen voor het teekenen. In koloniale
legers ontmoet men altijd weer door bepaalde eigenschappen geken
merkte typen. Zij gelijken vaak op elkaar en vertoonen niet alle
deugden en fouten, die aan hun natie of ras eigen zijn, maar wijken
soms meer, soms minder van het gemiddelde van hun volkskarakter
af. Indien wij dus bij onze latere omschrijvingen wel eens minder
gunstige typen ontmoeten, zoo werpt dit nog geen blaam op hun
natie. Deze zoo vaak voorkomende koloniale typen behooren tot
de zoogenaamde amorphen. Wij zullen hen later nader leeren ken
nen. Aan den anderen kant weer kan een groot aantal soldaten
den karakteraanleg van zijn landaard niet verloochenen; hun
karakter zal dan overeenkomen met de eigenschappen van de
groote lagere bevolkingsgroep, waaruit zij voortkomen. Dit is het
geval bij de Amboineezen, Manadoneezen en gedeeltelijk bij de
Javanen.
De nu volgende studies zijn gebaseerd op de strafstatistieken
omschreven in mijn vorig opstel, voorts op persoonlijke ondervin
dingen en gedeeltelijk ook op gegevens, verkregen door de eige
naars der strafhoeken persoonlijk te ondervragen.
Voordat ik verder op de karakteromschrijving van den Indischen
militair inga, zal ik trachten een schets te ontwerpen van de princi
pes der moderne karakterstudies. Volgens Gross, Hymans en
Wiersma tracht men het karakter op te bouwen uit 3 elementen,
nml.ten le uit de grootere of geringere secundaire functie (dé
geringere secundaire functie noemt men ook primair); ten 2de uit
den graad der emotionaliteit en ten 3de uit de activiteit.
Zie I.M.T. 1925 No. 1.
2). Hierbij een serie foto's.
83