ad. 1. De secundaire functie wordt verklaard als volgt. Er zijn
menschen, wier denken en voelen grootendeels voortspruit uit het
klare bewustzijn. Bij hen geldt de souvereiniteit van het oogenblik;
vreugde en smart werken niet lang na. Dat zijn de weinig secun
dair functioneerende of beter primaire typen. Er zijn weer andere
menschen, die in hun doen en laten gebonden zijn aan het meer
onderbewuste; zij worden geleid door psychische inhouden en
ondervindingen, die reeds uit het bewustzijn verdwenen zijn, maar
in het onderbewustzijn gedeponeerd blijven; zij worden als het ware
gedirigeerd door eenvoudige motieven. Hun heel verleden blijft
zoo onbewust bij hun doen en laten meespreken; dat zijn de secun
dair functioneerende typen. Een zekere mate van secundaire functie
hebben de meeste menschen. De primaire mensch is een oogenbliks-
mensch. Hij is, om eenige der belangrijkste eigenschappen te
noemen, oppervlakkig, impulsief (d.i. onder den indruk van het
oogenblik handelend), losbandig, verkwistend, geestig, vroolijk,
wisselend van stemming, eerzuchtig, intrigant, opsnijder, niet
accuraat, enz; zijn karakter is niet vast omlijnd. De secundaire
daarentegen is meer consequent, heeft principes en is in meer ge
prononceerde gevallen wat men noemt zwaar op de hand; hij^is
voorts rustig, doorzettend, goedmoedig, gelijkmatig van stemming,
verstandig, sexueel ingetogen, accuraat, enz. Zijn reactiviteit is lang
zamer dan bij den primairen (de mate dier reactiviteit kan worden
bepaald door de nawerking van lichtprikkels te meten). De secun
dair geaarde is dus een mensch met principes, een z. g. karak-
termensch.
De secundaire functie behoort een goed militair in eenige mate
te bezitten, vooral in betrekkingen die hem verantwoordelijkheid
opleggen; maar ook de primair geaarde kan, bijzonder in lagere
rangen, zeer bruikbaar zijn, mits hij over eenige activiteit beschikt.
In ons leger is in de lagere rangen het primaire type het meest ver
tegenwoordigd.
ad 2. De emotionaliteit geeft aan, of iemand sterk vatbaar is voor
aandoeningen. Zij wordt door tegelijk aanwezige primaire of sekun-
daire functie vaak sterk gewijzigd.
De emotioneele wordt omschreven als heftig, prikkelbaar, im
pulsief, onverdraagzaam, oppervlakkig, zwaarmoedig, heersch-
zuchtig.
De niet-emotioneele daarentegen gaat door voor koel, zakelijk,
verdraagzaam, gesloten, eerlijk binnen de grenzen der wet.
Emotionaliteit is voor den soldaat een gunstige eigenschap, maar
ook hier is eenige activiteit noodig. De niet-actieve emotioneele
is minder bruikbaar. Een groot gedeelte van onze militairen is
weinig emotioneel, dit geldt vooral voor den midden-Javaan.
Groote emotionaliteit vindt men bij de Amboineezen.
ad 3. Activiteit is de gave, om onder invloed van zekere motieven
tot actie over te gaan, zonder daarmede uitsluitend persoonlijk
84