Wij vinden alzoo onder de Europeanen, om het in het kort te herhalen, het cholerische, het phlegmatische, het amorphe en ook, maar minder dikwijls, het nerveuse type. Bij de Amboineezen en Manadoneezen vindt men den nerveusen aanleg, echter vaak met een verhoogde activiteit gepaard gaande, zoodat men reeds van cholerische typen kan spreken. De amorph geaarden zijn bij deze landaarden zeldzamer. Onder de Inlandsche soldaten treft men meer de amorphe en de apatmsche, zelden de nerveuse en cholerische typen aan. De ge aardheid der amorphe, cholerische en phlegmatische personen heb ben wij reeds boven bij de bespreking der Europeanen leeren ken nen. De apathische en nerveuse typen zullen wij in het volgende, handelende over den Inlander, nader omschrijven. Wij hebben, wat den Inlander betreft, vooreerst geconstateerd, dat hij een grooter contingent van amorphe en apathische typen le vert dan de andere landaarden, alhoewel niet in den uitersten vorm als reeds geschetst en ook niet nauwkeurig met alle daar genoemde eigenschappen. In elk geval laten deze en eenige andere later te bespreken overwegingen ons de opvatting gegrond toe schijnen, dat aan den Inlandschen landaard bij zijn indiensttreding andere voorwaarden aangeboden moeten worden dan aan de Europeanen en Amboineezen. Daar buitendien de betere typen onder hen ruim in de gelegenheid zijn hun positie in het leger te ver beteren, zijn de voor den Inlander bestaande dienstvoorwaar a niet onrechtvaardig te noemen. Overigens is een volk, dat een grooter aantal minder goede soldaten levert daarom nog lang niet minderwaardig. Ofschoon de inlandsche soldaat niet de beste representant van zijn landaard is, zoo vertoont hij toch talrijke eigenschappen, die wij ook vinden bij den wijden bevolkingskring, waaruit hij voort komt. Wij zullen daarom onze beschouwingen over hem wat ruimer moeten nemen. Aan den anderen kant moeten wij ook bedenken, dat de inheemsche bevolking van Java allesbehalve homogeen is; zij bevat vergaande rasmengingen met sterk van elkaar verschil lende typen. De volgende beschouwingen zullen dus volstrekt geen betrekking hebben op het geheele maleische ras of op het geheele Javaansche volk, maar slechts op deze groepen der bevolking die ons de recruten leveren. Op grond van onze studies kwamen wij tot een andere uit komst dan van Loon, die in een voordracht in Nederland uitsluitend het nerveuse type op den voorgrond bracht. Ik moet hem niet alleen hierin maar ook in vele andere opzichten tegenspreken. Meer gelijk heeft Bets, die van amorphe en nerveuse typen spreekt. Ik wil hierbij nog eens op de relatieve onvolkomenheid der karak terstudies wijzen. Tal van uitwendige en inwendige factoren wij zigen den persoon en doen op den eersten blik den amorphen Inlander b. v. er anders uitzien dan den amorphen Europeaan.. 90

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 26