26 en 27. „Staatsbladeuropeanen met laag intellect en geringe
beschikbare kennis. Anthropologisch is niets van Europeesche
bijmenging te bespeuren. Het type rechts heeft negereigenschap
pen, dat van links is waarschijnlijk een javaansch-amboneesche
menging. Deze beide militairen staan toevallig als minder goed
bekend. Principieel zijn zulke gemengde typen evenwel niet
ongunstig voor het leger.
28 en 29. Indo-europeesche mengtypen, bij wie zuiver euro
peesche bijmenging vermoedelijk voor verscheidene generaties
plaats vond29 toont reeds terugkeer tot het maleische amorphe
type; 28 is een indisch mengtype zonder overheersching van
een bepaald ras. Qualitatief als soldaat staan deze militairen niet
boven den amorph geaarden, hiervoor omschreven Javaan. Hun
beschikbare kennis is echter grooter.
98