zaken op het oog. In de eerste plaats moet de motorkap vervangen
worden door een lichte (hoogstens 4 m.m. dikke) pantsering, die
de veeren en de cardan of kettingen beschermen tegen geweer- en
G. K.-kogels. Verder moet de radiator van zoodanige (reeds bij
vele auto's toegepaste) constructie zijn, dat bij lek worden het
lek uit de koelcirculatie geschakeld en op een gunstig oogenblik
door inzetten van een reserve radiatordeel hersteld kan worden.
De lampen moeten binnen de pantsering vallen. Bijlage IV, fig. 1
geeft een voorbeeld.
Voorts:
Reserve koelwater en benzine in tanks, die op eenvoudige wijze
ingeschakeld kunnen worden, indien radiator en (of) benzinetank
stuk springen of stuk geschoten worden.
Gemakkelijk te bereiken aftapkranen voor koelwater, benzine
en smeerolie.
Overzichtelijke opstelling van de voornaamste motordeelen
(carburator, magneet, waterpomp, bougies, klepveeren, e. d.)
zoodat opsporen en herstellen van een gebrek snel en zonder veel
omslag kan plaats hebben.
Een zeer eenvoudig, en toch solide hefboomstelsel bij de
besturingsorganen: koppelings-, versnellings-, ontstekings- en
gashandels.
A d b. Van alle merken auto's moet het achterste deel van het
chassis versterkt worden, als ze voor trekkracht moeten dienen.
Bij de meeste Amerikaansche auto's zwiept het chassis. Veelal
is hier bij den bouw expresselijk naar gestreefd om breken bij
scherpe bochten, in groote vaart genomen, te vermijden.
De wielbasis moet voor de 2- en 3-tons auto's niet grooter zijn
dan 3 a 3,5 M. om voldoende wendbaarheid te krijgen op smalle
wegen. Hiertoe moet het chassis der hier geïmporteerde auto's
gewoonlijk ingekort worden. Men k-ijgt door de inkorting, ook
zonder kruisversterking, een stugger chassis. Inkorting vermindert
uiteraard de voor de bepakking beschikbare ruimte. De stuurin
richting moet op een zoo klein mogelijke wending ingericht zijn.
Hiervoor is de vierwielen aandrijving voordeelig. Behalve hiervoor,
zal deze wijze van krachtoverbrenging de auto's in menig geval
op eenvoudiger wijze uit de modder helpen, nl. als één stel wielen
vasten grond heeft en het andere niet, en dus slipt.
De voorwielen met massieve banden moeten breed zijn, anders
dringen ze te veel in zachten grond. Overigens moeten de wielen
voorzien zijn van luchtbanden tot en met de 2-tons auto's. Daar
boven moeten de auto's achter z. g. „cushion-wheels" hebben, of
dubbele wielen, waaraan tusschen de dikke massieve rubberbanden
schoepen als van een caterpillar zijn gezet. Beide soorten wielen
zijn echter zeer zwaar.
sub. c. Het laadvermogen moet zoo goed mogelijk uitgebuit
worden. Waar dit alleen mogelijk is met een zoo economisch mo-
106