adjudant). Achterin worden vervoerd: 2 helpers van den topo graaf, 4 telefonisten met 7 X 1000 en 2 X 250 M. kabel, 5 tele foontoestellen, schaarkijker, meetinstrumenten voor den topograaf en de kist voor bevelsmiddelen (met kaarten, celluloidplaat, plaatsaanwijzer, loupe, schrijfbehoeften). Naast den bestuurder zit de topograaf: daarachter de telefoon-officier. Deze auto's worden gevolgd door den t e 1 e f o o n-z ij s p a n- wagen, waarop een motorrijder en 2 telefonisten (een in den bak, een op de duo-zitting) en waarin aan telefoonmaterieel: 2 toestellen, 4 X 1000 M. kabel in practische ransels en 4 X 250 M. De afdeelings-commandant neemt plaats in den personen- z ij s p a n w a g e n, zijn luitenant-adjudant op den motor hiervan, een motorrijder op de duo-zitting. Wordt de Afd. Cdt naar voren geroepen, dan begeeft hij zich naar den D. A. C. in den zijspan met de le A. V. P. s. en met niets anders. Van den D. A. C. krijgt hij een der reserve officierspaarden van den (Regt.) staf; zoo ook zijn luitenant-adjudant. De motorist volgt met sprongen of wacht hen elke 500 M. in. Het voortdurende langzaam volgen achter een stappenden staf met paarden is een zekere ontijdige dood van een motorrijwiel. Is het al tiid voor het doen oprukken van radio-auto en (of) autobevelsmiddelen, dan worden die b.v. door den motorist met zijspan opgehaald. De D. A. C. kan natuurlijk van den beginne af aan den Afd. Cdt. met zijn staf naar voren roepen: in dit geval gaan radio-auto en auto-bevelsmiddelen dadelijk mede. Evenzoo kan alleen de telefoonzijspan (mede) worden opgeroepen. Een personenauto èn een personenzijspan voor den Afd. Cdt is overbodige luxe en last. Eén van tweeën is voldoende; de zijspan het handigst, doch minder bedrijfszeker. Dereparat i e-a uto: is een werkplaatsje op wielen; daarin is opgesteld een kleine eenvoudige draaibank (pl. m. 500 K. G.), een wandboormaehine (pl. m. 100 K. G.), een werktafel met 2 bankschroeven, een draagbare smidse en een werkbank voor een motorrijwiel. Gereedschappen, onderhoudsmiddelen en reserve- deelen in kisten ordelijk opgeborgen onder de werktafel. Personeel: bestuurder, waarnaast de hoofdmonteur, tevens parksmid; achterin: 2 helpers (reserve-bestuurders en monteurs). De auto volgt in den gevechtstrein van de voorste batterij. De bagage-auto: voor officiers-bagage, enkele grootere reservedeelen in een kist en de administratiekist(en). Personeel: stafschrijver naast den bestuurder en een ordonnans achterin. Deze auto volgt in den bagage-trein van de voorste batterij. De batterijen beschikken over: een z ij span voor den batter ij-c ommandant, en twee motorpatrouilles, ieder bestaande uit een com mandant en 2 ordonnansen. Commandant van de le patrouille is een officier, ervaren motorrijder, met veel kijk op het terrein; die van 110

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 46