In den N. O. hoek van het bosch wordt slechts een post ach
tergelaten ter verbinding niet de rechter neventroepen.
Voorts luidt het bevel van den bat-cmdt, dat de N. rand van het
bosch de weerstandslijn zal vormen, dat de 5e en 6e comp. bij
een aanval des vijands krachtig moeten stand houden en dat zij
z.n. door de reserve zullen worden ondersteund.
Dit bevel strookt niet met onze huidige opvattingen. In de eerste
plaats wordt niet een lijn verdedigd, doch ee,n terreinstrook vam
zekere diepte; het bataljon verdedigt het bosch, de 5e en de 6e
comp. krijgen elk een gedeelte daarvan, niet van een lijn, te ver
dedigen.
De opstelling van de 7e en 8e comp. vereenigd achter het
midden is juist. Het bosch wordt beschreven als moeilijk begaan
baar ten gevolge van het dichte kreupelhout; dit noodzaakt tot
een opstelling van de reserve in verschillende, ruimtelijk gescheiden
groepen. Bij de tegenwoordige denkbeelden betreffende de ver
dediging geldt dit a fortiori. De comp. der voorste linie hebben de
groepen schaakbordsgewijze opgesteld; de groepen verdedigen
zich ter plaatse; de reserve moet de vijandelijke afdeelingen, die
tusschen eenige groepen mochten zijn doorgedrongen of misschien
eenige mochten hebben overweldigd, onmiddellijk te lijf, om hen
terug te werpen en zoo het te verdedigen terrein te behouden, en
moet daartoe dus op meerdere punten gereed staan en niet ge
noodzaakt zijn om eerst een grooteren afstand af te leggen met
eenig onderdeel. De ervaring heeft juist uitgewezen, dat onmid
dellijk uitgevoerde tegenstooten, ook al worden zij met kleine
afdeelingen verricht, van het meeste gewicht zijn voor de ver
dediging.
Aanwijzingen zooals „krachtig standhouden", doet men beter
niet te gebruiken. In de eerste plaats moet ieder er van doordron
gen zijn, dat iedere opdracht steeds met de meeste energie moet
worden uitgevoerd en dat er geen sprake van kan zijn, dat de
energie in het eene geval geringer zou mogen zijn dan in een ander
geval, zoodat er dus ook geen aanleiding bestaat om in de ver
schillende gevallen in de bevelen door de woordkeuze op meer
dere kracht bij de uitvoering aan te dringen. Elke verdediging moet
krachtig worden uitgevoerd; een slappe verdediging is een onding;
stelt men geen prijs op de verdediging van een bepaalde strook,
dan wordt die niet verdedigd en mogelijk daar aanwezige troepen
krijgen den. last, om, c. q. bij nadering des vijands, terug te trek
ken. Elke aanval, elke verkenning, elke oorlogshandeling moet
met alle kracht worden uitgevoerd; anders heeft ze geen nut en
kan ze beter achterwege blijven.
Maar voorts is het gebleken, dat dergelijke krachttermen al heel
spoedig hun prikkel verliezen en geen uitwerking meer hebben.
Ook daarom is het beter ze niet te gebruiken.
Dat de reserve de troepen in voorste linie moet steunen, spreekt
68