het einde van den oorlog reeds een enkel telefonie-station vermeld
wordt.
Toen de Centralen terugtrokken werd de rad'iotelegrafie een
buitengewoon belangrijk hulpmiddel voor verbindingsdienst.
De krijg kreeg opnieuw het karakter van een bewegingsoorlog
en naast de infanterie, artillerie en zware vliegtuigstations kwam
de draadlooze weder tot haar recht bij de verkenningsdetache
menten der cavalerie, in tanks en pantserauto's, in lichte verkenners
van den luchtvaartdienst enz.
De techniek heeft na den oorlog op de oorlogservaringen voort
gebouwd en het Engelsche leger beschikt voor haar verbindings
wezen thans over zeer moderne draadlooze stations.
Deze radiostations kan men onderscheiden in de middelbare en
zware typen, welke door genie-personeel bediend worden en de
lichte typen, welke door de infanterie, artillerie of cavalerie zelf
worden bediend.
De eerstgenoemde worden getransporteerd in automobielen of
op 4 a 6 draagpaarden, terwijl de laatstgenoemde door enkele
manschappen of op 1 a 2 draagpaarden worden vervoerd. Even
tueel kan het vervoer plaats vinden met motorfietsen.
De werkingssfeer van de eerste soort varieert naar het vermogen
tusschen 100 en 600 KM. met masten van 10 tot 20 meter.
De werkingssfeer van de tweede soort ligt tusschen 5 en 50 KM.,
terwijl er voor sommige doeleinden verzwaarde uitvoeringen zijn
voor iets grootere werkingssfeer. De lengte van de gebruikte mas
ten varieert al naar het doeleinde tusschen 1 en 10 meter.
De meeste stations zijn ingericht zoowel voor telegrafie als voor
telefonie, terwijl enkele van de zwaarste typen alleen voor tele
grafie zijn; deze laatste zijn iets eenvoudiger dan de stations voor
tweeledig gebruik.
Telegrafie is over het algemeen bij gelijke stations voordee-
hger doordat de zendgolf veel scherper is dan bij telefonie, het
geen weer storingsvrije ontvangst mogelijk maakt; terwijl ook de
werkingssfeer bij telegrafie 1 y2 a 2 maal zoo groot is dan bij
telefonie.
Bij de grootere stations, waarvoor technisch personeel beschik
baar is, zal men dan ook bij voorkeur telegrafie gebruiken, terwijl
bij de kleinere stations het voordeel van telefonie hierin bestaat,
dat ook niet speciaal in het morse-schrift geoefenden er mede
kunnen werken. Persoonlijk mondeling contact tusschen de com
mandanten zelf is b. v. mogelijk. Toch hebben de kleinere stations
ook tevens telegrafie om in de plaats te treden van telefonie als
men daarbij gestoord wordt of de verbinding moeilijk is.
Ook niet technisch personeel kan dan, b. v. afgesproken sei
nen geven.
Dit gebruik komt o.a. voor bij de waarnemingsposten der artil
lerie, waai de batterijcommandanten reeds zeer veel kunnen heb-
118