Het station bestaat in hoofdzaak uit twee deelen, een zend- en
een ontvangtoestel, elk ingebouwd in een lichte met waterdicht zeil
doek overtrokken kist. Verder is er een afzonderlijke accumula
tor en een kleine hand-dynamo. Zendtoestel, ontvanger, accu en
dynamo worden verbonden met speciaal gemerkte onverwisselbare
snoeren, terwijl door het openen van een klep aan de voorzijde
van de kist de voor de bediening noodige knoppen zichtbaar
worden; de kist zelf kan men verder geheel gesloten laten bij het
werken met de stations.
De kisten hebben stevige opklapbare pooten. De antenne bestaat
uit een enkeldraad van 15 meter, opgehangen aan twee stalen
mastjes van anderhalve meter met als aardnet oprolbaar kopergaas
van enkele meters lengte.
Zooals op de foto te zien is bestaat het station uit vier deelen.
Het vervoer kan b. v. plaats vinden in draaglasten door vier man,
elke last ten hoogste 20 K. G. wegende.
Het kan zeer snel worden opgesteld; toestellen en antenne zijn
weinig zichtbaar, waardoor werken zonder door den vijand gezien
te worden zeer goed mogelijk is.
In den bovenomschreven vorm zijn deze radiostations speciaal
geschikt voor artillerie-waarnemingsposten, voor verbinding van
batterijen met vliegtuigen op korten afstand, voor verbindingen
met vooruitgeschoven verkenningsafdeelingen, voor verbindingen
tusschen zich evenwijdig bewegende afdeelingen, voor verbindin
gen tusschen infanterie en de daarmede'samenwerkende artillerie
en in het algemeen daar waar over een korten afstand snel een
vei binding tot stand moet worden gebracht.
De werkingssfeer met de mastjes van anderhalve meter bedraagt
3 a 4 K. M. Met langere masten wordt de werkingssfeer grooter.
Men zal dus als dat mogelijk is, b. v. als het niet in de eerste plaats
vereischt is, dat het station binnen enkele minuten afgebroken kan
worden en weinig zichtbaar is, langere masten toepassen. Met
masten van b. v. 4y2 meter wordt de werkingssfeer ongeveer
10 K. M. 8
Onder gunstige omstandigheden zijn natuurlijk belangrijk groo-
tere afstanden mogelijk, maar men moet er rekening mede houden,
dat de omstandigheden waaronder men de stations zal gebruiken
niet altijd even gunstig zullen zijn en men ook dan zeker moet zijn
van voldoende geluidsvolume.
De golflengten waarmede deze stations kunnen werken zijn zoo
gekozen, dat een groote mate van storingsvrijheid mogelijk is. Een
van de moeilijkste problemen welke na den oorlog aan de techniek
werden gesteld was het mogelijk te maken, dat een aantal kleine
radiostations naast elkaar kunnen werken, elk twee aan twee voor
'J. Zooals de eischen door Calmeyer in „I. M. T." 1924 Maart blz 155
onder meer voor verbindingen bij koloniale legers gesteld
120