van zelf en behoeft niet nog eens speciaal te worden gereleveerd. Voor den nacht wordt aan de 8e comp. een hoogte, W. van de opstelling van de 5e comp., ter bezetting aangewezen, die den weg naar Amblaincourt afsluit. Overdag blijft deze comp. echter in het bosch om haar te onttrekken aan het vuur der D. art. Maar dan zou het toch beter zijn haar nabij den W. rand van het bosch te plaatsen, want, zooals uit de overweging, om haar in het bosch te houden blijkt, is ook overdag bij een vijandelijken aanval bezet ting van die hoogte noodzakelijk en dan behoort die comp. zoo dicht mogelijk daarbij te zijn om haar ook zoo snel mogelijk te kun nen bezetten, wanneer dit mocht blijken noodig te zijn. Des nachts blijft dan alleen de 7e comp. in reserve, „prête a sou- tenir 1' une ou 1' autre des compagnies de première ligne", waar van natuurlijk des nachts niets terecht komt, vooral niet, waar het bataljon, zooals in dit geval, over een breed front verspreid is en de reserve-comp. bijeen wordt gehouden. Ter versterking van het bataljon was door den reg.-cmdt een sectie van 2 mitrailleurs daaraan toegevoegd. De bat.-cmdt plaatste haar bij de 5e comp. met de opdracht de brug over de Bunet te bestrijken. Dit kan alleen dan een goede opdracht zijn, wanneer de beek ondoorwaadbaar is; anders is de opdracht ruimtelijk veel te be perkt en behoort aan de mitr. veel grooter werkingssfeer te worden gegeven, zoodanig dat zij het front of een belangrijk deel daarvan kan flankeeren. Vooral, waar men slechts over weinige mitr. be schikt, moet men zorg dragen voor een flankeerende opstelling. Later bleek de beek in het geheel niet ondoorwaadbaar; en had de opdracht dus weinig zin. 8 September ging kalm voorbij, behalve dat des morgens de D. artillerie gedurende eenigen tijd den N. rand van het bosch onder vuur had genomen. Ook de nacht van 8|9 September en dè morgen van den 9en verliepen kalm. In den namiddag van dien dag evenwel toonden de Duitschers op dit gedeete van het Fr. front grootere activiteit. Ten eerste nam de zware artillerie systematisch de steunpunten (La Vaux Marine, Anglecourt) in de Fr. verdedigingsstelling onder hevig vuur. Ook het bosch Chanel werd doch licht bescho ten. Eveneens werden zichtbare afdeelingen onmiddellijk onder vuur genomen. Het vuur gaf den indruk de voorbereiding van een inf.-aanval te zijn. Voorts nam een Fr. patrouille onder een sergeant van de 5e comp. tegen 5 of 6 nm. te Amblaincourt een D. patrouille waar, waarbij 2 officieren. Twee paarden, welke door dezen in een stal waren geplaatst, werden buit gemaakt en bij onderzoek van de be pakking bleek, dat hoogstwaarschijnlijk een daarvan aan een ge nie-officier toebehoorde. De cnrdt van 1I| 155 concludeerde uit 69

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 5