den Inlander afhankelijk is van de qualiteit van den commandant.
Mist deze, zooals het kan voorkomen, den noodigen tact of mili
tairen aanleg, dan wordt de Inlandsche troep minder goed. Bij
het sneuvelen van den commandant zou de troep als een schip zon
der roer zijn. De Europeaan of Amboinees aan zich zelf overgelaten,
uiijit dat wat hij was; de Inlander gaat in zulke gevallen acnteruu
in zijn waarde als soldaat; hij is onzelfstandig. Bij de opleiding
en voorziening met kader, moet men hiermede rekening houden.
Opvoeding tot zelfstandig handelen is noodig2); bij een grooter
intellect zal de aanvoerder gemakkelijker vervangen kunnen
worden.
Destijds het is tien jaar geleden verscheen in het Ind. Mil.
Tijdschrift een artikel „Kromo buiten" van „Asymptoot" niet een
onrechtvaardig slechte kritiek over den Inlander. De heeren, die
den schrijver tegenspraken, hielden hem met recht voor, dat de
oorzaak der slechte qualiteiten bij den commandant ligt, vergaten
echter in te zien, dat al te groote afhankelijkheid van den com
mandant ook een fout is, zooals ik boven heb betoogd.
Politiek is ons type, zooals reeds is omschreven, indifferent.
Zijn actieve belangstelling voor politieke aangelegenheden is ge
ring. Hij kan hoogstens onder suggestie van anderen hieraan deel
nemen. In elk geval biedt het geschetste amorphe type als soldaat
het voordeel, dat hij, indien men de slechte elementen weert, vol
komen betrouwbaar is. Een hartstochtelijk patriotisme en een fana
tiek opgaan in zijn beroep is echter van hem niet te verwachten.
Het Europeesche kader of het Europeesche officierskorps zal niet
in staat zijn hem tot een bijzonder fanatisme op te zweepen. Onze
Europeesche landaarden missen de sterke mystische kracht, 'die
van sommigen zijner rasgenooten (die men tot de hartstochtelijke
karaktertypen zou kunnen rekenen) kan uitgaan. Ten slotte zijn
de Javanen geen krijgshaftig volk. Ook bij de besten onder hen,
b. v. bij den adel, zijn de militaire eigenschappen, die wij van den
modernen soldaat moeten eischen, weinig vertegenwoordigd. Zij
zullen het Europeesche kader en het Europeesche officierskorps
niet kunnen vervangen.
Tegenover de genoemde, in militair opzicht minder gunstige
eigenschappen staan echter ook voordeden. Van het grootste be
lang is b. v. het feit, dat de Inlander gemakkelijk handelbaar en
bescheiden is in zijn eischen wat verpleging betreft; dit is een
belangrijke factor bij de verdediging van een land, dat in den
oorlog op zichzelf is aangewezen.
Wat onder een goeden commandant geleerd is wordt dan spoedig
vergeten.
2). Zelfstandigheid is de basis waarop de waarde van den Inlander
beoordeeld moet worden; intellect kan als maatstaf voor de zelfstandig
heid dienen.
154