of indifferenten Tjitrotaroeno. Door zijn beter inzicht is hij in
gevaarlijke situaties minder fatalistisch en minder roekeloos dan
de amorph geaarde; door deze geestesgesteldheid wordt hij ook niet
zoo spoedig bingoeng. Als onderofficier voldoet hij goed en kan
hij op grond van zijn grooter zelfbewustzijn ook gezag uitoefenen.
Door vrouwenperkara's en spelen met minderen kan dit gezag
echter dalen. Hij is bij zijn minderen vaak door zijn ijdelheid, ver
waandheid, en partijdigheid minder bemind. De gewone midden-
Javaan ziet liever den bedaarden phlegmatieken Europeaan als
onderofficier boven zich dan het hieromschreven type. Het is een
proefondervindelijk bewezen feit, dat hij in den Europeaan als
meerdere veel meer vertrouwen heeft dan in zijn eigen landgenoot.
Het bovengenoemde type is bij al zijn bewegelijkheid, die op
zijn emotioneelen toestand berust, toch weinig actief. Hij werkt
uitsluitend voor het succes. Lichamelijk is hij minder volharderd
dan zijn amorphe rasgenoot, wij ontmoeten hem ook vaker op de
ziekenrapporten, waarbij hij niet zelden ook tracht te simuleeren.
Over het algemeen is hij minder eerlijk dan Tjitro- Zijn karakter
gesteldheid is veranderlijk; na tijden van ambitie en actie komen
inzinkingen. Hij takelt op betrekkelijk jongen leeftijd reeds af en
na veel ophef in het begin blijft hij op een betrekkelijk laag stadium
staan. De activiteit kan bij sommige nerveuse typen a priori uiterst
laag zijn, in welk geval er een soort ontstaat dat voor den dienst
weinig bruikbaar is. Wij zien deze soort in het leger zelden. Het
zijn de atonische, als patiënten hypochondrisch geaarde, hangerige,
intelligent uitziende typen, die wij veelal als klerken in gouver
nementsdienst zien en die wij vaak in de inlandsche aristocra
tie ontmoeten.
Door het conservatisme van den beteren Javaan, die steeds in
zijn stand blijft trouwen, planten zich zulk typen als het ware als
kaste voort.
Uit de karakterschets van Slamat alias kan men gemakkelijk
het nerveuze type van Hijmans onderkennen. Hij is anthropolo-
gisch een mengtype van Maleische, Hindoe, Arabische of andere
kaukasische elementen. Wij ontmoeten hem ook elders in
betrekkingen als huisjongen, chauffeur, enz.; ook representeert hij
een groot deel der stadsbevolking. In het leger is hij onder de
Inlanders niet sterk vertegenwoordigd. Des te meer ontmoeten
wij deze nerveuze typen, voorzien van eenige activiteit, onder de
Amboineezen en Indo-Europeanen. De nerveus geaarde Inlander
kan alzoo bij aanwezigheid van wat activiteit, zooals dit bij de
Madoereesche mengtypen het geval is, een bruikbaar soldaat zijn.
Aan dit type bestaat behoefte in het leger. Hij is vooral door zijn
beter intellect zoo bruikbaar. Helaas vindt men echter onder de
nerveuzen ook een grooter percentage personen, die eigenschap
pen vertoonen, welke voor den dienst en meer nog voor de samenle
ving hinderlijk zjjn (pienter boesoek). De amorphen en apathen
160