crering plichtsbesef. Een ander type, dat onder de Indo s voorkom
fs amorph en verschilt niet veel van het type Tj, ro Hij toont
weinig ambitie, en doet zijn dienst op het kantje af. Guitaarspel,
Tnoepln en vróuwen zijn iijn eenig tijdverdrijf B,j de keuringen
van Indo's moet men bijzonder letten op het te.t dat zich vaak
kinderen van fuseliers, die zwaar aan sterken drank verslaafd zijn
voor den dienst melden. Het zijn dan vaak gedegenereerde of
imbeciele typen, die in het leger terecht komen. Het is aan te beve
len dergelijke adspiranten zoo mogelijk met den vader te. doen
voorkomen en vooral te letten op degeneratieteekens, b. v. taal
stoornissen, stotteren, knippen der oogen enz.
Het is dus een groote moeilijkheid om den zich voor den vrij-
willigen dienst aanmeldenden Indo Europeaan, die vaak van
laoere afkomst is, en belangrijke uit milieu en opvoeding voort
spruitende fouten meebrengt, juist te waardeeren.
Deze moeilijkheid is ook in de laatste salansregeling tot uiting
bekomen De Indo zal als aanbevolen militair kunnen worden opg.-
nomen en daaruit zal dan een keuze voor Europeesche kaderbe
trekkingen gedaan worden, hetgeen een zeer gezond principe is.
Men begrijpe wel, dat mijn beschouwingen slechts den Indo
uit minder goed milieu en met weinig Europeesche bijmenging
betreffen. De Indo uit de betere kringen, vooral daar, waar de
ouders of voorouders reeds uit een gunstig milieu kwamen zijn
uitstekende typen. Helaas teekenen dezen zelden voor den dienst
als vrijwilliger.
Hiermede zal ik mijn beschouwingen over de psychologie van
den Indischen militair besluiten. Ik wil toegeven, dat zij onvolle
dig is en uitgebreid zal moeten worden. Hier opent zich een ge
bied van studie voor den arts en officier, ofschoon reeds veel
proefondervindelijk bekend is. Het is te hopen, dat deze bijdrage
de belangstelling in ruimen kring wekt [en dat ook troepenoffi
cieren met ondervinding zich ter zake zullen uiten.
Alo-emeene gedragslijnen op grond van psychologische studies
laten zich moeilijk aangeven. Onze soldaten zijn zoodanig geaaid,
dat meer de persoonlijkheid dan wel de rang van zijn meerdere
hem imponeert. Gedurende de lange dienstjaren hebben zij veel
ondervinding opgedaan en hebben geleerd te vergelijken. De ol-
ficier, die veel buiten was, zich onderscheiden heeft of in zijn op
treden flink is, zal steeds het meest gewaardeerd worden. Vooral
de Amboineezen en Manadoneezen zijn op zulke commandanten
gesteld. De meerdere moet, moreel en physiek in alle opzichten,
vooral in de oogen van de inheemsche landaarden, uitmunten. Een
laakbaar gedrag wordt opgenomen in de chronique scandaleuse
der kazernes, wordt naar andere plaatsen gecolporteerd en is zelfs
na jaren nog niet vergeten. Persoonlijke belangstelling en mdivi-
dueele behandeling is ten opzichte van alle landaarden onmisbaai.
Zoo is bij de minder goed geaarde Europeanen soms met een
168