Het doel van dit artikel is dan ook, om eenige wenken te geven,
hoe gehandeld dient te worden, indien de cavalerie bij de ver
vulling van haar taak komt te staan tegenover een modern bewa
penden tegenstander; in de hoop dat ook anderen hun licht over
dit onderwerp zullen doen schijnen. De taak van het wapen zelf
blijn buiten beschouwing, deze toch is de zelfde gebleven, ook
al zijn er enkelen, die nreenen, dat een gedeelte daarvan, en wel
de verkenning, met vertrouwen kan worden overgedragen op den
vliegdienst. Veel kunnen wij leeren uit de ondervindingen opge-
aaan in den grooten oorlog en uit de voorschriften en publicaties,
welke na den oorlog zijn verschenen.
1. Het optreden tegen vliegmachines.
Een enkel vliegtuig hoog in de lucht wijst op een verkenner,
eenige vliegtuigen op lagere hoogte op gevechtsvliegtuigen.
De tempos van eavalerie-afdeelingen dienen zoodanig gere
geld te worden, dat op de open terreingedeelten in versnelden
gang wordt gereden, teneinde zoo kort mogelijken tijd uit
de lucht verkend te kunnen worden; de stapreprises steeds in het
bedekte terrein houden, Bij voorkeur wordt gemarcheerd links en
rechts van den weg. Zijn er bovendien boomen langs den weg,
dsn is waarneming van boven zoo goed als uitgesloten.
Zaak is het, zoo spoedig mogelijk de nadering van vijandelijke
vliegtuigen te melden. Hiervoor dienen bij elk eskadron ruiters
te worden aangewezen, die uitsluitend tot taak hebben de lucht
waar te nemen en door middel van afgesproken signalen (fluitstoo-
ten) de nadering van vliegtuigen kenbaar maken. Bij voldoende op
lettendheid van deze ruiters zal het in onze indische terreinen in de
meeste gevallen wel mogelijk blijken, tijdig in het bedekte terrein
dekking te zoeken om aldaar halt te houden totdat het gevaar ge
weken is. Heeft men daar geen tijd meer voor, dan wordt, om de
waarneming uit de lucht te bemoeilijken, ter plaatse halt gehouden,
aangezien een bewegend doel eerder opvalt. Ter misleiding van
den verkenner maakten de Franschen ook wel op den weg keert
en marcheerden in de eigen richting, waardoor de waarnemer in
den waan gebracht werd met eigen afdeelingen te maken te hebben.
Verscheidene kleine afdeelingen op afstanden marcheerende zijn
minder zichtbaar dan een groote afdeeling, zoodat het wenschelijk
is, dat de pelotons in het eskadron gedurende den marsch niet
opgesloten zijn. Het nadeel hiervan is, dat de eskadronscomman
dant zijne pelotons niet meer in de hand heeft; vandaar dat de
opleiding zoodanig moet zijn, dat elk pelotonscommandant weet,
wat onder zulke omstandigheden dient te geschieden. Veel meer
dan thans komt het nu aan op het initiatief van de pelotonscom
mandanten.
Dit op afstanden marcheeren is nog meer geboden, wanneer
men met gevechtsvliegtuigen te maken heeft.
171