gereed gemaakt wordt tot vuren. Is geen geschut aan de cavalerie
toegevoegd, dan zal de bestrijding moeten geschieden met de
mitrailleurs, welke onmiddellijk zijwaarts van den weg in stelling
dienen te komen, terwijl het van den toestand ter plaatse afhangt
of het maken van eene versperring of wel het gebruik van spring
middelen tijdig de noodige hinderpalen voor de naderende auto
zouden kunnen verschaffen.
Heeft de afdeeling reeds eene verdedigende opstelling inge
nomen, dan zijn de maatregelen, welke genomen moeten worden
met het oog op mogelijke verschijning van vijandelijke pantser
wagens, natuurlijk veel eenvoudiger.
4. OVER DE SLIJTAGE EN DE VERKOPERING VAN
VUURMONDEN,
door E. KOPPEN.
Een van de treffendste ondervindingen op technisch arti 1 leristisch
gebied, in den grooten oorlog opgedaan, bestaat wel hierin, dat
zulk een groot aantal vuurmonden buiten werking moest worden
gesteld tengevolge van het uitgeschoten zijn, dan wel tengevolge
van ontijdige springers in het wapen. Het is duidelijk, dat dit
laatste een grooten demoraliseerenden invloed op de bediening
kan hebben. Wanneer men ten strijde trekt, is een ieder er op
voorbereid, om zijn gevechtskracht te verliezen, zoo niet erger,
maar het is aller bedenkelijkst, wanneer men gedwongen is te
vechten met wapenen, welke onder eigen troepen belangrijke
schade kunnen aanrichten.
Hoewel men door bepaalde constructies aan de buizen deze
ontijdige springers in den vuurmond bijna geheel kan voorkomen,
is het toch nog mogelijk, dat door de een of andere oorzaak een
ontijdig springen plaats heeft.
De fabricage van de vredesmunitie geschiedt uitsluitend in
daarvoor speciaal ingerichte werkplaatsen, welke haast alle door
een jarenlange ondervinding in staat zijn, werkelijk goede, be
trouwbare projectielen af te leveren. In oorlogstijd echter is deze
industrie alleen niet toereikend, en worden fabrieken, welke in
vredestijd op een geheel andere productie zijn ingericht, in muni
tiefabrieken veranderd.
Om een denkbeeld te geven van de hoeveelheid munitie welke aan
Fransche zijde verbruikt is, diene het volgende. Vóór den slag aan
de Marne beschikte men per 75 m. M. kanon over 1.300 schoten; 15
September 1914 werd de dagelijksche fabricage van 14,000 op 40,000
gebracht en binnen korten tijd werd dit aantal tot 100.000 per dag
opgevoerd. Den 26en September 1918 werden verschoten 1.315.000
projectielen van 75 m. m. en 360.000 schoten van de zware artillerie.
Général Herr: L'artillerie, ce qu'elle a été, ce qu'elle est et ce qu'elle
doit être.
173