ting van de zielas werkt op een nok van den geleiband, dan kun
nen we deze ontbinden in de componenten K. cos a en K sin a,
welke laatste den druk tegen de schietflank veroorzaakt. Deze
laatste kracht, welke voor de slijtage van belang is, neemt dus
toe met de trekhelling.
2e. De wr ij ving van het projectiel tegen den
z i e 1 w a n d.
Wanneer we den wrijvingscoëfficiënt f noemen, dan wordt de
kracht in de richting van de raaklijn aan den trek tegengewerkt
door een kracht f K sin a.
Het is dus zaak, den wrijvingscoëfficiënt laag te houden; van
daar dat een smeermiddel (als hoedanig, zooals we later zullen
zien bij de behandeling van de verkopering, _ook lood dienst kan
doen) gunstig werkt.
3e. De s t o o t welke de trekken en velden ontvangen inden
o v e r g a n g s k e g e 1, bij het in beweging komen van het pro
jectiel.
4e. De gasdruk en de temperatuur welke heerschten
tijdens de verbranding van de voortdrijvende lading. Regelmatig
heid in gasdruk is ten zeerste gewenscht. Wanneer een lading on
regelmatig wordt ontstoken, dan wel een te klein volume inneemt
ten opzichte van de verbrandruimte, is het mogelijk, dat in den
vuurmond zoogenaamde golfdr ukken ontstaan, welke zich met
zeer groote snelheid voortplanten en waardoor het wapen veel
te lijden heeft, ja, welke zelfs in sommige gevallen oorzaak kunnen
wezen, dat het vuurwapen scheurt. Vandaar dat men ervoor moet
zorgen, dat de lading zoo gelijkmatig mogelijk over de ver
brandruimte wordt verdeeld en dat ze zoo gelijkmatig mogelijk
wordt ontstoken.
Het gebruik van pijpen- of schotelveerenkruit is uit dien hoofde
zeer aan te bevelen. In Frankrijk bezigt men vaak meer dan een
initiaallading, welke op verschillende plaatsen in de lading zijn
opgenomen.
De grootte van den maximum gasdruk, welke in een wapen
heerscht, is van zeer veel invloed op het al dan niet spoediger uit
branden. Men kan de Vo opvoeren door de lading te vergrooten.
Wanneer wij grafisch zouden voorstellen de toename van Vo en
van den maximum gasdruk bij vergrooten van de lading, zou
onmiddellijk in het oog vallen, dat de gemiddelde gasdruk in
belangrijk hoogere mate toeneemt dan de Vo. Zoo geldt b. v.
voor den Franschen houwitser van 165 nr. M. C. 1917 bij gebruik
van B. S. P. kruit het volgende:
175