wisselen tegen een nieuwe (canons chemisés) (1)- Proeven ge houden in Frankrijk, Amerika en Duitschland hebben bewezen, dat dit inderdaad mogelijk is. De nieuwe kernbuis behoeft slechts een dikte te hebben van 1110 kaliber, zoodat het gewicht on geveer dat van 12 projectielen bedraagt. Ze is daardoor gemak kelijk mede te voeren en kan naar behoefte b. v. tijdens een vuur- pauze worden aangebracht. Niet alleen heeft het schieten een vernielende uitwerking op het kanon, doch eveneens op de affuit met hare onderdeden, in het bijzonder op de rem. Zonder het gewicht aanmerkelijk op te voeren, kan men aan deze deelen geen grooter weerstandsvermogen geven. Een uitvinding van den laatsten tijd echter, de z. g. mondings- rem (frein de bouche) (1), geeft het beginsel voor de oplossing van dit probleem. Men is in staat door het aanbrengen van dit toestel den druk op het materieel met 15 a 30 te verminderen. Het principe berust ongeveer op het volgende. Wanneer men den terugstoot bij een mitrailleur wil versterken, wordt op den mantel een toestel bevestigd dat de uitstroomende gassen tegenhoudt en daardoor den loop met kracht achteruit duwt, de z. g. terugstootversterker. Bij de mondingsrem geschiedt nu juist het omgekeerde. Voor aan den vuurmond heeft men een schotel bevestigd, waartegen de gassen drukken, nadat ze de mon ding verlaten hebben en op deze wijze wordt dus de vuurmond met affuit bewogen in een richting tegengesteld aan den terugloop. Op welke wijze echter deze rem het best kan worden aange bracht, is nog niet voor alle vuurmonden een uitgemaakte zaak, maar men weet tenminste in welke richting naar een oplossing moet worden gezocht en bij de hooge vlucht, welke de techniek heeft genomen, kan men toch verwachten binnen afzienbaren tijd te zul len slagen. Verkopering. Gedurende den eersten tijd van den oorlog werden verschei dene vuurmonden onbruikbaar verklaard, aangezien de zielwand zoodanig was verkoperd, dat men geen behoorlijke schietuitkom- sten meer kreeg. Dit proces had soms reeds plaats, nadat slechts een betrekke lijk klein aantal schoten was afgegeven, en dus van uitslijting nog geen sprake kon zijn. In het volgende zullen we nagaan, op welke wijze de verkopering ontstaat, wat de gevolgen ervan zijn en ten slotte, hoe men aan deze bezwaren tegemoet kan komen. Zoolang een vuurmond nog nieuw is en de binnenoppervlakte van het kanon nog glad als op het oogenblik van aflevering, zal de koperen geleiband langs het vuurmondmetaal glijden zon der nagenoeg een spoor achter te laten. Bij houwitsers en mor- Général Herr. 178

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 42