6. UIT DE PERS.
Het volgende nemen wij over uit het Alg. Handelsblad van 8 |anuari 1925.
De oorlogswinst der heelkunde.
Decadentie, ook in de beeldende kunst cultureel
oorlogsverlies en technische oorlogswinst de
winsten der chirurgiede naderende vrede.
Ter herdenking van den dies na tal is der Universiteit van Amster
dam heeft de rector magnificus, prof. dr. Otto Lanz, hedenmiddag in de
aula van het Universiteitsgebouw een rede gehouden over „de oorlogs
winst der heelkunde"-
Prof. Lanz begon zijn rede met een beschouwing over de nooden van
onzen tijd, niet alleen den economsichen nood, maar ook de crisis, die
naar spr.'s inzien ons zieleleven doormaakt. Vol verbazing, aldus prof.
Lanz, zien wij terug op de tijden van flagellanten, van kinderkruistochten,
van St. Vitusdans met dezelfde verbazing, met medelijden gemengd,
zullen de latere geslachten op ons terugzien
Wel waren reeds vóór den oorlog teekenen van ontbinding te bespeu
ren ik denk b.v. aan het wachtwoord ,,de eeuw van het kind", daar
mede het kind zijn eenige houvast ontnemende: het ouderlijk gezag. Zoo
denk ik in de dichtkunst aan de Dadaïsten; ik denk in de beeldende kunsten
aan de moderne richting, die in de plastiek op de Negerkunst, in hare
schilderwerken op de kunstuitingen van Boschjesmannen, ja zelfs op het
steenen tijdperk, op de holbewoners teruggrijpt. Een bezoek aan zoo eene
tentoonstelling of verzameling valt mij steeds zwaarwant óf dergelijk
werk is ernstig gemeend, en dan is het wreed erom te lachen, óf het is
de vervaardigers eenvoudig te doen om te zien hoe ver men met de
dwaasheid kan gaan en het publiek zich laat bedotten, en daarvoor heb
ben ernstige menschen geen tijd.
De oorlog nu heeft dit ontbindingsproces sterk bespoedigd en boven
dien zoowel bij de naties als bij de individuen slechte eigenschappen,
booze hartstochten gewekt of versterkt, zoodat heden niet slechts het geld,
doch ook het leven aan waarde verloren heeft.
De oorlog heeft de techniek echter bevrucht (vliegtechniek, tanks, radio
grafie).
De heelkunde was in het bijzonder geroepen om haar diensten in den
oorlog aan te bieden en heeft zoo groote vorderingen gemaakt.
De wondbehandeling.
De eerste en voornaamste taak van den chirurg is de wondbehandeling.
Nu hadden de oorlogs-chirurgen van de laatste decenniën vóór den oorlog
zich vooral ingesteld op het humane mantelprojectiel der infanterie en op
den bewegingsoorlog. Zoo zijn de artsen te velde getrokken met de over
tuiging Schotwonden mogen in het meerendeel der gevallen als prac-
tisch niet besmet beschouwd en moeten dus conservatief behandeld worden.
Dóch deze leer van de niet besmette schotwond, hoe heeft zij zich in
dezen oorlog als een dwaalleer doen kennen I Zij geldt slechts voor de
gladde wondkanalen door het mantelprojectiel van klein kaliber. Daar ech
ter 80 der schotwonden door granaatsplinters, later ook door scherven
van mijnen, bommen, handgranaten etc. veroorzaakt werden, hebben deze
gescheurde, door aarde en vuil besmette wonden het karakter der oorlogs-
chirurgie volkomen, maar dan ook volkomen veranderd. De strijd tegen
infectie ging het denken, het doen en laten van den chirurg geheel beheerschen.
Zoo kwam het, dat de laatste oorlog de wondbehandeling vervormde en
hoe langer hoe meer actief deed worden. Deze ontwikkeling bereikte haar
definitieven vorm eenerzijds in het wegsnijden der wondranden (Friedrich
185