ditmaal maar niet ophouden. Door deze omstandigheden kwam de bevaren colonne, bestaande uit Franschen onder Kolonel Mayer, vlugger vooruit en bezette op 26 October Edea. Hoewel de Duit- schers nog hevigen tegenstand boden aan de beide andere colon nes, o. a. bij de opgeblazen, 825 M. lange brug bij Japoma, moesten zij voor de bedreiging van de colonne-Mayer terug. De Gouver neur van Kameroen, Ebermayer, en de troepencommandant bega ven zich naar Yaunde, waarheen de meeste postenbezettingen werden ontboden en dat als reduit werd ingericht. Alvorens van Edea verder op te rukken, wenschte Generaat Dobell zich te ontdoen van de bedreiging, welke nog door enkele bezettingen met het oog op zijn verbindingen werden gevormd. Zoo werden verschillende colonnes gevormd en o. a. Jabassi, Buea, Nkongsamba en Dchang bezet. Door deze vele detacheeringen achtten de Duitschers den vijand dusdanig verzwakt, dat zij in Januari 1915 een offensief tegen Edea en het eveneens bezette Kopongo inzetten, en wel met ongeveer 1000 man. Deze aanval zou goede kans van slagen gehad hebben, ware het plan niet door inlanders verraden. Nu trof men bij de geallieerden, die daarvoor ruimschoots tijd hadden gehad,, alles tot afweer voorbereid en werden de Duitschers dan ook met een verlies van 23 Europanen, w. o. 6 officieren, en 188 Inlanders teruggeslagen. De verliezen der geallieerden waren gering (1 Eur. en 14 Inl.)Het eenige voordeel dat de Duitscher hierbij van de vele detacheeringen had, was de omstandigheid, dat de vijand te zwak was voor een vervolging. Wat was intussehen in het N. voorgevallen? Het bevel was door den Britschen Generaal Cunliffe van zijn Franschen collega over genomen. Op 4 October werd een colonne onder den Fr. Kolonel Brisset naar het Z. gezonden. Opdracht: het veroveren der nog bezette posten. Deze colonne ontmoet op 14 October de noorde lijkste, Britsche Guinea-colonne, die, zooals we zagen, voor Mora het hoofd gestooten had, en nu deze plaats „observeerde". Onbe grijpelijkerwijze beproeven nu de Franschen „o p hun beurt' Mora te nemen, hetgeen, na aanvankelijk succes, mislukt. Van ingrijpen der Britten geen spoor. Het gevecht om Mora, dat ver dedigd werd door Kapitein Von Raben, was zoo hevig, dat een wapenschorsing noodig was om de dooden te begraven. Er wordt nu besloten, dat de Engelschen (Ct. Kapt. Fox) de observatie zullen voortzetten, terwijl de Kol. Brisset voortrukt naar het Z. Marua wordt genomen; de bezetting trekt terug op Garua, door de Franschen vervolgd. Hier ontmoet Kol. Brisset de middelste Guinea-colonne, die, na in Yola gereorganiseerd te zijn, weder om was uitgezonden om Garua te nemen. Hoewel deze colonne dus voor dit object nu sterk genoeg geacht werd en een onver wachte versterking krijgt in Kol. Brisset, doet men niets. Garua wordt noch door Engelschen, noch door Franschen (door beide 140

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 4