189 Misschien heeft dat enkele lezers er toe aangespoord, de Times zelve er op na te slaan, en dan zullen zij vermoedelijk ook wel het hoofdartikel hebben gelezen dat, volgens de gewoonte bij dat blad, een commentaar geeft op het „special article" gewijd aan de eerste vijf jaren van den Volkenbond. Dat commentaar nu, gelijk dergelijke commentaren van de Times bij dergelijke speciale artikelen, is a. h.w. een echo van het artikel zelf. Maar in dit geval is het nog iets meer. Zij, die van de Europeesche politiek op de hoogte zijn, ook de ijverigste voorstanders van den Volkenbond, weten reeds lang dat er van het Protocol van Genève niet veel terecht zal komen. Dat wisten zij eigenlijk reeds van het oogenblik af dat Japan plotseling voor den dag kwam met een eisch, die klaarblijkelijk gericht was al werd zulks ook zorgvuldig ver zwegen—tegen de immigratie-politiek der Vereenigde Staten en der Britsche zelfbesturende gewesten Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Zoodra die eisch (waaraan in het Protocol werd toegegeven, omdat men de Groote Vergadering te Genève niet op een fiasco wilde doen uitloopen (in de Angelsaksische wereld overzee bekend werd reeds in het najaar van 1924, verzette zich de publieke opinie daartegen, weldra gevolgd door verklaringen van de vooraanstaande staatslieden indeV.S. en de Dominions. Men dacht er niet aan, zoo luidde het eenstemmige gevoelen, om eventueele vraagstukken betreffende de eigen wetgeving, zooals die aan gaande immigratie te onderwerpen aan het oordeel van anderen, in casu van een Volkenbondsvergadering of Internationaal Gerechtshof. Zij, die de gevoelens der genoemde landen kennen, begrepen dadelijk dat hier geen sprake van transigeeren kan zijn. Want het gaat hier toch om een vraagstuk van leven en dood, van tobe or not to be. De zalvende phrasen die te Genève gehoord en gretig door de pers in Europa aan goed- geloovige lezers werden overgebracht en aangedikt, leken veel op het gefluit van een blooden knaap die op een winteravond door moeder naar een eenza men zolder wordt gezonden. Hij zingt en fluit om de angstwekkende stilte niet te hooren, hij sluit de oogen om de duisternis niet te zien. Maar de tragiek van het leven en van het wereldgebeuren gaat onverbiddelijk voort. Het is het oude: öte-toi de la afin que je m'y mette". De blanke Angelsaksers hebben buiten Europa, behalve in het Zuiden van Zuid-Amerika, en in Siberië alle in de gematigde zone gelegen streken in bezit genomen. Zij sluiten de gekleurde rassen uit, omdat toelaten daarvan voor hen beteekent sterven. Daarom kan er van transigeeren geen sprake zijn, daarom is het een quaestie van leven en dood. „Where the Japanese come, we go" zegt men in Amerika en in de Dominions. Het is het oer-instinct van alle le vende wezens: de drang naar zelfbehoud, in casu tegenover den eisch der gekleurden tot toelating. Voor Japan bestaat er, behalve geweld, slechts ééne oplossing de erken ning van de oppermacht der Angelsaksers. Want Japan zal niet slagen in zijn toeleg: Europa tegen de Vereenigde Staten en het Britsche Imperium te vereenigen. Europa is daartoe te hopeloos verdeeld. Het commentaar van de Times is nog iets meer dan een echo. Het bevat, hetgeen de Engelschen noemen een hint. Het is er een, zooals de wereld er niet heel dikwijls uit dien hoek te hooren krijgt „Engeland, zegt de Times, staat in een geheel bijzondere betrekking tot de V. S. Velen aan beide oevers van den Atlantischen Oceaan zien in een nauwe verstandhouding (understanding) tusschen de twee Angelsaksi sche naties den besten waarborg voor den vrede. Het zou daarom onver standig zijn, Engeland en de Dominions te willen binden aan een gedrags lijn waartegen de Vereenigde Staten zich nadrukkelijk verzetten; vooral wanneer de werking van het Protocol Groot Brittannië zou betrekken in de verplichting, blokkademaatregelen te nemen. Dat zou letterlijk beteekenen het plaatsen van beletselen op den weg van een vrienschap die wij op prijs

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 53