naar Tibari. De buit der aanvallers bestond o. a. uit 5 kanonnen
en 10 mitrailleurs.
Doordat ook de Guineacolonnes weder in beweging waren
gekomen, bevonden zich de geallieerden in de lijn Gashaka-
Konyscha-Ngaundere (schets 2) toen ook hier de regens een
tijdelijk einde aan den strijd maakten.
D Van het gezamenlijk optreden tegen Yaunde af tot het einde
van den strijd (22 September 1915—18 Februari 1916).
De gedwongen werkeloosheid gedurende het natte jaargetijde
werd door de generaals Cunliffe, Dobell en Aymerich benut voor
het houden van besprekingen, teneinde tot een vruchtdragend
samenwerken tegen het laatste Duitsche bolwerk te komen. De
Britsche Guineacolonnes werden met alle troepen in Noord-
Kameroen onder eenhoofdige leiding van Gen. Cunliffe gesteld.
Versterkingen, o. a. van het Britsch-Indische leger, werden ver
deeld zoodat de sterkte tenslotte bedroeg: groep-Dobell 9700
man, 'groep Cunliffe 4000 man en groep Aymerich 4600 man, waar
bij 600 Belgen.
Op 22 September 1915 zette de groep Dobell den aanval in; er
werd in 2 colonnes opgerukt; op 30 October bezette de Fr. colonne
Mayer wederom Eseka. Haar volgend object was de weg Yaunde-
Kribi, en de plaats Mangeles.
De Britsche colonne marcheerde op Ngung aan; de tegenstand
was zoo hevig, dat deze post eerst eind November viel. Ook
tegenover de Fr. colonne nam het verzet toe, zoodat Mangeles
eerst half December bereikt werd.
De °roep Aymerich rukte voorwaarts uit Dune en Lomie-
De groep Cunliffe begon de beweging in October, met als eerste
doel de lijn Tibati-Banyo-Bamenda. Op 3 November v(el Tibati
in handen van Kol. Brisset, nadat 22 October Bamenda, met be
hulp van troepen van de groep Dobell (die Dchang bezet hielden),
was genomen. De geheele groep Cunliffe zou nu den aanval ver
richten op Banijo. Het Europeesche gedeelte van deze plaats was
reeds sinds 24 October in Britsche handen, doch het garnizoen
had zich op een 350 M. hooge, rotsachtige heuvel verschanst.
Op 4 November begon de beklimming, door de Duitschers met
vuur, bommen en rotsblokken bemoeilijkt. Tegen den avond was
de heuvel tot halve hoogte beklommen. Den volgenden dag had
de aanvallende art. munitiegebrek, waardoor de Duitschers zich
meer konden blootgeven en den aanval tot de duisternis wisten
te vertragen. Hiervan maakten zij gebruik, de versterking bij
groepen te verlaten, welke, begunstigd door hevige onweersbuien,
bijna alle ontkwamen.
Na den val van Banyo werd de marsch in Z. richting voortgezet;
niettegenstaande den Duitschen tegenstand werd 1 Decembei
Yoko en Fumban bezet en aan de Sanagarivier aansluiting ge-
143