B. Tegenwoordige organisatie.
Is de groep afgericht, dan is de compagnie gereed voor de
mobilisatie. De groep telt normaal 12 man; minder dan 10 man
mag zij niet tellen. De sterkte van de groep is ongeveer vast.
Wat men niet heeft willen vastleggen is het aantal groepen per
compagnie. Alleen kan men zeggen, dat bij het einde van den
oorlog de inf. c o m p a g i e telde 1 sectie 4 sectiën a 3 grn.
Het bataljon bestaat uit:
1 co gr. -j- 3 inf. compien -j- 1 mitr. compagnie met
G. T. G. T.
De mitr. compagnie bestaat uit: 1 co gr. -j- 4 sectiën a 2
grn a 2 mitrailleurs -|- G. T.
Het regiment: 1 compagnie H. R., waarbij de co gr. en
3 grn „engins d'accompagnement" (de groep a één 37 m. m. en
2 Mr. Stoke, waarvan lMr in reserve) -f- B. T.
3 bataljons.
De divisie: Div. Staf -j- 1 Brig. inf. a 1 brig, staf en
3 regimenten -f- 1 regt. artillerie a 5 afd.
artillerie (waarvan 3 lichte en 2 zware) a 2
brigaden -j- enz.
In beginsel ingedeeld: 1 bataljon tanks.
Bijlage III.
E enige formaties van het infanterie-
gevecht. 1)
De nadering.
De infanterie van de divisie kan hierbij de 3 regimenten
achter elkaar hebben, dan wel 2 regimenten voor en 1 achter.
Het voorste regiment heeft als regel 1 bataljon vóór
en daarachter de beide andere naast of achter elkaar.
Het voorste bataljon neemt meestal den ruitvorm aan.
Bij een smal overzichtelijk front kunnen de compien achter elkaar
marcheeren. Bij een breed of weinig overzichtelijk front wordt
de dubbelcolonne aangenomen.
Bij de voorste coinpie(n) zoo noodig mitrs.; het gros van de
mitr. compagnie bij het achterste echelon van het bataljon. Het
ingedeelde inf. geschut bij of achter het achterste echelon.
Het bataljon beslaat een oppervlakte van 1000 M. breedte
Lij 1500 M. diepte. 1
De voorste compagnie van het bataljon marcheert in ruit
vorm (onbedekt terrein; geen smal front), dubbel colonne (be-
De genoemde cijfers zijn geenszins bindend; de formaties evenmin.
De inf. wordt voorafgegaan door beveiligings-afdeelingen.
219