De bedoeling der psychotechniek is, met behulp van onder
zoekingen omtrent een bepaald individu vooruit te kunnen zeggen,
hoe het onder bepaalde omstandigheden, c. q. in een bepaald be
roep, zal voldoen.
Deze onderzoekingen bestaan uit het verzamelen en bestudeeren
van ter beschikking staande gegevens omtrent het individu en
voorts uit het experiment. Een conditio sine qua non is het echter,
zooals reeds werd betoogd, dat men op de hoogte zij van het
psychische gehalte van den landaard en van de groep, waartoe
het individu behoort. Dit geschiedt door enquetes, statistieken en
door massaal toegepaste experimenten, zoogenaamde tests; op
grond van zulke massale experimenten wordt een schaal voor de
betrokken groep vastgelegd. Deze schaal is dan de maatstaf, die
aan de prestatie van den enkeling kan worden aangelegd.
Zoo heeft R. Binet in samenwerking met T. Simon een schaal
gevonden voor het onderzoek naar het intellect van het kind. De
schaal moet een gemiddelde representeeren, waaromheen de pres
taties van den enkeling ten opzichte van een eigenschap gerang
schikt kunnen worden
De werkwijze is als volgt:
De proefpersonen ontvangen vooreerst bepaalde psychische
prikkels, n.l. de tests, die uit opdrachten, vragen, enz., bestaan.
Voorbeelden van tests zijn:
Rekenproblemen, nateekenen van figuren, reconstrueeren van
ontbrekenue woorden in een zin, enz. De reactie, dit zijn de ant
woorden, rangschikt men dan in een schaal. Tegelijk wordt ock
de methode bepaald volgens welke men de prestatie van den
enkeling naar deze schaal moet meten. Deze methoden zullen wij
later bespreken.
De tests worden vastgesteld na een zorgvuldige analyse der te
onderzoeken functie. Het vaststellen der tests, benoodigd voor
schalen voor een bepaald beroep, is een zeer ingewikkeld pro
bleem. Het vereischt behalve de nauwkeurige kennis van den
landaard waarmede men wil werken, ook een nauwkeurige kennis
en analyse der functies, die voor het betrokken beroep noodig zijn.
Men moet b. v. nagaan of het bij dit beroep aankomt op opmerk
zaamheid, zorgvuldigheid, dan wel op combinatie- of op herinne
ringsvermogen. Van groot belang is het dan ook te weten, hoe de
verhoudingen dezer eigenschappen t. o. v. elkaar bij dit beroep be-
hooren te zijn. De onderzoeker beslist dit vooreerst door een
gewone mentale speculatieve analyse. Is hierin een beslissing ge
nomen, dan moet deze aan een correlatie-onderzoek worden
getoetst. Een aantal personen, reeds werkzaam zijnde in dit beroep,
worden beoordeeld door hun patroon en onafhankelijk daarvan
door den psychotechnicus. De waardeering heeft plaats door
cijfers. Men krijgt dus 2 reeksen van cijfers, die men door een
speciale berekening vergelijken kan. Op deze wijze kan men
223