aan plotselinge nieuwe situaties (daarom speelt ook de tijdbepa-
ling bij deze tests een groote rol), of hij over gezonde kritiek
beschikt, aan suggestieve invloeden tegenstand kan bieden, enz.
Bij ordonnansen zal men buitendien speciaal gaan letten op het
opmerkingsvermogen, bij vliegeniers op concentratievermogen op
meer dan een onderwerp, enz. De grondslag bij alle wapens moet
echter een zekere hoeveelheid algemeen intellect zijn1.
Intellect is het teeken van bruikbaarheid in het practische leven.
Het behoeft niet steeds overeen te komen met den aanleg om weten
schappelijk werk te verrichten. Iemand kan veel aanleg hebben
voor wetenschappelijk speculatief denken, en toch aan andere in-
telligentie-eischen niet voldoen. Het kwam voor, dat een weten
schappelijk zeer bekend professor aan de gewone legertests niet
voldeed.
Ik heb reeds eenige moeilijkheden genoemd, die aantoonen, dat
de onderzoeker over vakkennis en ondervinding behoort te be
schikken. Er zijn echter nog andere momenten, waarmee rekening
dient gehouden te worden. Daar n.l. waar de waardeering der
tests plaats heeft op grond van het behaalde aantal punten, zal
men soms voor een vraagstuk staan en een subjectieve beslissing
moeten nemen.
Het feit zou zich immers kunnen voordoen, dat het totaal aantal
punten voldoende is, terwijl in een enkel opzicht ten aanzien van
een bepaalde functie, b. v. waarnemingsvermogen, de prestatie
onder het normale staat en b. v. het combinatievermogen uitste
kend is. De onderzoeker mag zich in dit geval niet slaafsch aan
de waardeeringsvoorschriften houden. Hij zal in ieder geval af
zonderlijk subjectief moeten beslissen en zal moeten analyseeren
en vaststellen waar het op aankomt, wat de hoofdfactor is, welke
functie zwaarder weegt en voor een bepaalde betrekking onmis
baar is.
Bij een slechte uitkomst moet hij ook kunnen onderkennen, wat
de oorzaak daarvan is, of er b.v. een psychische functie gebrekkig
is, dan wel of de proefpersoon de opdracht slecht begrepen heeft.
Soortgelijke moeilijkheden levert ook de synthese der resultaten,
cht is het vormen van een samenvattend oordeel over het individu
op grond van de tests. Men behoort ook rekening te houden met
de stemming, met den zoogenaamden examenstupor, met gebrek
aan ijver, onverschilligheid, enz. Een goed onderzoeker zou echter
uit deze tekortkomingen enkele gegevens kunnen putten ten op
zichte van karakteraanleg.
Uit de wijze waarop iemand een plaat omschrijft, kan men reeds
veel conclusies trekken. Men kan zien of iemand een beschrijvend,
waarnemend gemoed heeft, of een geleerd type is<.
Het feit, dat iemand op het onderzoek voorbereid is, speelt even-
-eens een groote rol.
Zooals wij zien, zijn de moeilijkheden zeer groot.
229