bij zulk een massa niet voelbaar zijn. Anders is het bij kleine
(zeer kleine) legers. Hier is een fout van 10 °/0 reeds voelbaar.
Daarom zal onze werkwijze heel anders, meer individualiseerend
moeten zijn.
Nog een overweging is van groot belang. De begaafden te onder
kennen en de onbegaafden of minderwaardigen te signaleeren,
is ongetwijfeld van groote beteekenis. De intelligentieproeven
echter uitsluitend als richtlijn te beschouwen voor benoemingen
in kaderbetrekkingen, zooals dit in het Amerikaansche leger is
geschied, komt mij te gewaagd voor. De tests zeggen ons niet
of iemand in staat zal zijn, gezag uit te oefenen.De meer in
telligente zal uiteraard wel eenig overwicht hebben over den min
der intelligente, maar dit is nog niet alles.
De proeven zeggen ons over het algemeen te weinig over
s mans karakter en daarop komt het feitelijk bij een hoogere leger-
betrekking aan. Zelfs al gaat intelligentie samen met goede
vakkennis, dan is dit nog niet voldoende voor zulk een betrek
king die met gezag gepaard moet gaan.
Individueel inzicht, de beoordeeling van den compagnies-com
mandant, zal steeds onmisbaar blijven. Wel is het van groot be
lang, door tests alvast de ongeschikten bijtijds en voor goed te
kunnen uitschakelen.
Een Inlandsch klerkje zal licht de intelligentieproeven beter
doorstaan dan een Manadoneesche fuselier, en toch zal deze laatste
voor een kaderbetrekking geschikter zijn. Daarom zal men bij het
toewijzen van kaderbetrekkingen steeds op de inwendige waarde
moeten letten, in Indië speciaal op de aangeboren raseigenschap
pen, n. 1. op den landaard. Het is een groot legerbelang te weten,
welke landaarden voor het uitoefenen van gezag het geschiktst
zijn.
Vaak zien wij den minder intelligenten officier in de practijk
beter voldoen (beter gezag uitoefenen) dan den intelligenten.
Is de betrokken persoon een flink type Op het antwoord op
deze vraag komt het voor de kaderbetrekkingen aan. De bepaling
van het intellect kan daarbij als hulpmiddel dienen.
Op al deze vraagstukken hoop ik in mijn volgend opstel, dat
de practische voorstellen tot verbetering der keuringsresultaten
zal bevatten, nader in te gaan.
(Wordt vervolgd).
Het zou interessant zijn hieromtrent een enquête uit te schrijven.
235