goed mogelijk" beteekent „buitengewoon slecht"; de veiligheid bestaat dan slechts schijnbaar en niet in werkelijkheid: verrassin gen zullen niet uitblijven. Patrouilles toch, gereden zonder kader, hebben geen waarde, terwijl men de resultaten van patrouilles, gereden door het lagere kader, niet te hoog moet aanslaan. Alleen opdrachten, scherp om lijnd en van korten duur kunnen door dit kader bevredigend worden uitgevoerd; doch krijgt het opdrachten, waarbij het langer moet uitblijven, dan ontaardt het patrouillerijden maar al te dikwijl in het beruchte rijden van voltes om het gevechtsveld; zij raken zoek! Daarom kunnen we niet genoeg waarschuwen tegen het stellen van overdreven eischen. In het kort komt het hierop neer: Eén onderofficier met y2 peloton, ingedeeld als cavalerie spits, kan slechts den marschweg en het terrein onmiddellijk er naast goed doorzoeken. Een officier met een peloton, toegevoegd aan de voorhoede, kan het hiervoor genoemde werk verrichten en bovendien nog patrouilles zenden langs belangrijke wegen en naar belangrijke punten op eenige kilometers van den marschweg gelegen. Het spitswerk dus in ziin vollen omvang! Hoe ver moet de cavaleriespits zich vóór de infanteriespits bevinden? Zit ze er te dicht op, dan hebben de meldingen slechts gedeeltelijke waarde, want dan wordt de infanterie gewaarschuwd, wanneer de infanteriespits reeds geheel of gedeeltelijk voorbij het gevaarlijke punt is. Is de cavaleriespits te ver vooruit, dan heeft dit het nadeel, dat de infanterie eerst een geruimen tijd latei- het punt zal bereiken, waarvan de melding geschiedt. Zoo zal bijv., wanneer de infanteriespits 5 K. M. verwijderd is van het terrein, dat op dat oogenblik door de cavaleriespits wordt doorzocht, dat terrein eerst een uur later door de infanterie worden gepasseerd. Dat is in den regel te lang. Er kan heel wat gebeuren in een uur. De doorzoeking van de cavaleriespits heeft dan slechts gedeeltelijke waarde. De juiste afstand schommelt om de 3 K. M.! Hoe nu moet worden gehandeld met de veiligheidscavalerie ind'en zij sterker is dan één peloton? In den regel zal een eskadron ter beschikking gesteld worden van een grootere troepenmacht, dan die waaraan een peloton wordt toebedeeld. Hoe grooter een troepenmacht, hoe verder de beveili ging, ook zijwaarts, zich moet uitstrekken; dit, een axioma! Ergo zal een eskadron voorhoedecavalerie de beveiliging on grooteren afstand vóór- en zijwaarts moeten uitstrekken dan een peloton. Hoe ver kan het eskadron vooruitgaan en hoe ver kan het zij waarts zijn beschermende (doorzoekende) vleugels uitstrekken? 243

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 43