5. MEDEDEELING VGOR DE LEDEN VAN DE I. K. V.
Aan de leden der Indische Krijgskundige Vereeniging is toege
zonden een KAART van den GROOTEN of STILLEN OCEAAN
en OMLIGGENDE LANDEN, schaal 1 15.000.000, in vier
bladen, bevattende al die gegevens, welke in de eerste plaats
van beteekenis zijn voor de bestudeering en het volgen van de
ontwikkeling der militair-politieke verhoudingen in het Oosten.
6. ORGAAN N. 1.0. V., MAART-NUMMER.
Dit nummer brengt het slot van het overzicht van de eerste tienjarige
periode van het bestaan der N. l.O.V. Belangwekkend is de siaat, aan
gevende de rangsgewijze verhouding der leden in 1915, 1916 en 1925,
waaruit wij overnemen
Het aantal actief dienende leden bedroeg in IS 17 808, in 1921 949
en in 1925 937.
De verstandhouding tusschen de beide militaire maandbladen, welke bij
het uitkomen van het Orgaan der N. I.O.V. naast elkander zouden moeten
bestaan, liet aanvankelijk wel eens te wenschen over. De tijd heeft even
wel geleerd, dat er geen enkele reden is, waarom beide niet in goede
nabuurschap zouden kunnen voortleven. Zij bestrijken immers van huis
uit verschillend terrein. Er is geen plaats voor een antithese tusschen de
periodieken, ook dan niet, wanneer deze wel zou bestaan tusschen leden
en niet-leden der N. I.O.V.hetgeen intusschen niet het geval is.
W. J. Lucardie maakt een aanvang met een terugblik op de ontwikkeling
der verhoudingen in het Verre Oosten in 1924 en stelt zich voor daarbij
de volgende onderwerpen te behandelen:
I. De onafhankelijkheidsbeweging in de Philippijnen.
II. De uitsluitingskwestie in Californië.
III. De Russisch-Chineesche betrekkingen en het Russisch-Chineesche
verdrag van 31 Mei 1924.
IV. De Russisch-Japansche onderhandelingen.
V. De burgeroorlog in China.
VI. De Nieuw-Guinea-concessie.
In dit nummer worden de drie eerstgenoemde punten in beschouwing
genomen.
258
Rang
1915
1925
Generaal
12'/2%
25%
Kolonel
47%
Luit. Kol.
17
42%
Majoor
18
65%
Kapitein
38
67%
le Luit.
43
67%
2e Luit.
49
86%