De infanterie, onmiddellijk gesteund door haar tanks, wordt bovendien bijgestaan door de artillerie en den luchtvaartdienst. Het bataljon is de tactische eenheid. De inf. coinpien voeren het aanvallend gevecht, terwij! alle andere elementen, ter beschikking van den Bat. Cdt, haar steunen met vuur: de f u s i 1-m i t r a i 1- leur is het automatische wapen voor den aan val! Vóór den aanval vernielt en neutraliseert de artillerie (voorbe reidingen van den aanval); gedurende den aanval steunt zij het voorwaartsgaan door voornl. die vijandelijke organen van weerstand te neutraliseeren, die de infanterie direct hinderen; tijdens den aanval na het veroveren van het doe! beschermt ze de infanterie tegen reactiepogingen van den vijand. De luchtvaartdienst werkt ten behoeve van den A. B. als ver- kennings- en verbindingsorgaan. Gedurende den aanval grijpt hij zelfs in met laagvliegende vliegtuigen, die de vijandelijke infanterie met mitrailleurs en bommen bestoken, voornl. de reserves en de vurende batterijen. De voornaamste phasen van het infanterie-gevecht zijn: 1 de nadering; 2. het nemen van het contact; 3. de aanval (de stormaanval inbegrepen) 4. het behoud van het veroverde terrein en het uitbuiten van het succes. Voor de gegevens betreffende de formaties, die daarbij gebruikt kunnen worden, zie bijlage III. Voor organisatie der infanterie- afdeelingen zie bijlage II B. ad 1. De nadering. De infanterie-afdeeling, die in opdracht heeft om het contact met de vijandelijke infanterie op te nemen, nadert voorafgegaan door lichte afdeelingen (op grooten afstand luchtvaart en cava lerie; op kleineren afstand bereden verkenners, patrouilles, enz.), in den regel overdag en in nauwe samenwerking met de eigen luchtstrijdkrachten. De artillerie, die tot steun is aangewezen, gaat met sprongen voorwaarts en houdt zich steeds gereed om in te grijpen tegen alles wat zich tegen het voorwaartsgaan van de infanterie verzet. Het vuur van 's vijands lange afstands-artillerie en van zijn luchtstrijdkrachten nopen de afdeeling om reeds op grooten af stand de marschcolonne op te geven en de naderingsformatie aan te nemen. Deze formatie houdt uitsluitend rekening met de uit werking van het vijandelijk artillerievuur (in zekere mate ook met het vijandelijk mitrailleurvuur op grooten afstand). Met een eventueel gebruik van het eigen infanteriewapen wordt geen rekening gehouden. 206

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 6