De eenheden worden op groote afstanden in de diepte geéche- lonneerd, terwijl deze échelons weer bestaan uit colonnes, op groote afstanden van elkaar, zoowel in de breedte als in de diepte. ad 2. Het nemen van contact. De aan het le echelon voorafgaande lichte afdeelingen (op grooten afstand luchtvaart en cavalerie, op kleineren afstand bereden verkenners, patrouilles, enz.) geven de lijn aan, die men niet kan overschrijden, zonder het mitrailleurvuur in te zetten. Is dit echelon eindelijk den vijand zoo dicht genaderd dat een verder voorwaartsgaan slechts mogelijk is door een samenwerking van beweging en vuur, dan moet de infanterie zich verspreiden om te kunnen vuren. Deze voorste afdeeling wordt in haar geheel ingezet om door middel van een verkennings-gevecht innig contact met den vijand op te nemen, d. w. z. ze moet de vooruitgeschoven vijandelijke afdeelingen onverwijld terugwerpen en de buitenlijnen van den eigenlijken vijandelijken weerstand vaststellen. Ten slotte bereikt deze afdeeling een lijn, die ze, ook met inzet van al de haar ter beschikking staande middelen, niet kan over schrijden (formatie zie bij „aanval"). Deze lijn nu wordt ingericht en dient als „base de départ" voor de troepen, die voor den aanval worden bestemd. Het Fransche reglement beschouwt de gevechtsverkenning dus als een afzonderlijke onafhankelijke gevechtsfase, bestemd om de hoofdmacht met kennis van zaken en met geëigende midd'elen in het gevecht te kunnen brengen en geenszins als een eenvoudige episode va'n het geve-cht van de hoofdmacht. Nadering gedekt door troepen die het contract reeds met den v ij and hebben. Is het contact met de vijandelijke infanterie eenmaal door andere troepen genomen, dan moet de nadering van de achter volgende eenheden geschieden onder het vijandelijk artillerie- en infanterievuur, zonder dat die eenheden het laatstgenoemd vuur kunnen beantwoorden. Daarom wordt die nadering zoo eenigs- zins mogelijk gedurende de duisternis verricht. Deze nadering wordt vergemakkelijkt, wanneer de voorste afdeeling niet alleen in contact, maar bovendien in vol gevecht met den vijand is. Ook bij deze nadering 's nachts moeten de eenheden in de breedte verdeeld en in de diepte geéchelonneerd zijn. Het front zal kleiner zijn dan bij de nadering voor het nemen van het contact. Deze naderingsformatie houdt voorts rekening met de beoogde opstelling op de „base" dan wel met de beoogde „passage de ligne". 207

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 7