president van een nieuw ministerie, met Viviani als ondervoor
zitter en Gailiéni in de plaats van Millerand als M. v. O.
Briand had eveneens vol vertrouwen in joffre. Van Gailiéni
echter was het bekend, dat hij ernstige persoonlijke grieven had
tegen den generalissimus, wien hij verweet zijn verdiensten met
betrekking tot den Marne-slag in het openbaar onvoldoende recht
te hebben laten wedervaren. Het gelukte evenwel aan Briand om
Gailiéni te overtuigen van de noodzakelijkheid van het handha
ven van Joffre als generalissimus der Fransche legers.
Men moest er toch rekening mede houden, dat Joffre sinds den
Marne-slag een zeer groote reputatie genoot in het leger, dat
de minderen in hem zagen den redder van Frankrijk en dat hij
dezen naam ook had onder zeer groote kringen van de bevolking.
Zijn vervanging zou zeer zeker de grootste ontstemming in Frank
rijk verwekken. Joffre's naam stond gelijk met de publieke opinie.
Misschien was zijn reputatie niet geheel verdiend en was hij niet
zulk een veldheer, als de publieke opinie hem noemde, maar
daartegenover stond, dat geen der overige Fransche generaals zich
grooter had betoond dan hij. En zijne bekendheid, zijn populari
teit en het vertrouwen in hem waren feiten, welke niet over het
hoofd ochten worden gezien. Er waren geen andere generaals,
die in die mate werden geëerd als Joffre. En dit was niet alleen
in Frankrijk het geval, doch evenzeer bij de gealliëerden. Van alle
generaals der verbondenen was hij de eenige, die algemeen een
grooten naam genoot door den Marne-slag en door het tegen
houden van den vijand met een onvoldoend uitgerust leger, waar
door de verbondenen in staat waren gesteld geworden hun eigen
weerkracht op te voeren. De vreemde regeeringen en de Groote
Hoofdkwartieren der verbonden legers kenden hem en erkenden,
ten rechte of ten onrechte, zijn meerderheid. Zijn voorstellen of
raadslagen werden steeds met eerbied aangehoord.
Het verwijderen van een dergelijke persoonlijkheid en zijn ver
vanging door een minder bekend generaal zou zeker Frankrijks
belang schaden, aangezien men daarachter politieke en persoon
lijke redenen zou zoeken en der Regeering zou verwijten het
werkelijke belang van Frankrijk noch dat van de verbondenen in
het oog te houden. Dat hieronder de samenwerking, dus de kracht
van de, oorlogvoering zou lijden, was duidelijk.
Daarbij kwam, dat de Fransche regeering streefde naar de
eenheid van commando, waarvan de voordeelen natuurlijk aan
Gailiéni bekend waren, maar deze eenheid zou eerder te verwer
kelijken zijn, zoo niet volgens tractaten, dan toch practisch, met
een generalissimus als Joffre, zooals ook bleek uit de samenwer
king met de verschillende hoofdkwartieren.
Ten slotte mocht de politieke zijde van deze quaestie niet uit
het cog worden verloren. Joffre was overtuigd republikein. Van
hem was nimmer gevaar te duchten voor de Republiek. Zijne
286