reserves tijdig van het eene oorlogstooneel naar het andere te vervoeren. Daartoe zouden dan, zoolang de eenheid van commando nog niet bestond, besprekingen noodig zijn tusschen de opperbe velhebbers der verschillende legers, nadat de onderscheidene regeeringen het onderling eens waren geworden. Maar daarvoor was het noodig, dat Frankrijk op die conferentiën werd vertegen woordigd door een chef met groote reputatie. Want daardoor toch zou diens autoriteit in de vergaderingen den doorslag kunnen geven en zoo de eenheid der operatiën gewaarborgd worden. Zoo zou aanvankelijk practisch de eenheid van leiding kunnen worden ingevoerd, en bestond deze eenmaal, dan zou het later ook gemakkelijker vallen de verbonden legers alle onder één opper commando te vereenigen. Nu was Joffre de eenige generaal ge weest, die den Duitschers een belangrijke nederlaag had kunnen toebrengen en was hij de eenige die een internationale populari teit genoot, terwijl geen der andere Fransehe generaals deze bekendheid en dit gezag bezat. Deze z. g. eenheid van front was voor Briand niets anders dan een stap op den weg naar de nood zakelijke eenheid van commando. Maar dan werd het ook noodig Joffre's naam nog tegenover het buitenland te verhoogen, om hem zoo meer gezag op die con ferentiën te verschaffen. Briand besloot dan ook, om Joffre, die tot nu toe slechts op perbevelhebber op het N. O. front in Frankrijk was, te verheffen tot generalissimus van alle Fransehe legers. Een quaestie van buitenlandsche politiek werkte mede tot dit besluit. Na de overwinning der Serviërs in Dec. 1914 op het Oostenrijk- Hongaarsche leger onder Potiorek had Briand in den ministerraad ter sprake gebracht het denkbeeld, om een leger naar Saloniki te zenden, dat van daar naar Servië zou oprukken, ten einde gezamenlijk met het Servische leger, dat door de schitterende overwinning een hoog moreel bezat en waarvan men groote ver wachtingen koesterde, Oostenrijk-Hongarije uit het Z. aan te grijpen. Inderdaad stonden de kansen voor het slagen van dit offensief goed, vooral door de zwakte van de Donau-monarchie, terwijl Italië op het punt stond zich aan de zijde der Geallieerden in uen krijg te werpen. Voorts zou dit offensief vermoedelijk kun nen voorkomen, dat Bulgarye, dat niet ten volle kon worden vertrouwd, zich aan de zijde der Centralen zou scharen, terwijl wellicht ook Roemenië zou kunnen worden bewogen tot deel neming aan den strijd tegen de Centralen. Evenwel werd zijn plan niet aangenomen, hoewel doordat Venezilos aan het bewind was in Griekenland, ook op medewerking kon worden gerekend van dit land, althans geen tegenwerking hiervan behoefde te worden verwacht. Voornamelijk werd het plan verworpen door de tegenkanting van Engeland, dat in de vrijmaking der Darda- 290

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 16