nellen grooter voordeel zag. Besloten werd dan ook tot de onge lukkige Dardanellen-expeditie. In Aug. 1915 echter kwam men weer terug op het denkbeeld van Briand, omdat het duidelijk werd, dat de Centralen een groo- te expeditie tegen Servië voorbereidden, ten einde dit land ten onucr brengen, en hulp hieraan dringend noodig werd. Nu had er juist in Griekenland een crisis plaats gegrepen ten gevolge van de weigering van den Koning, om de Dardanellen- expeditie te steunen met de vloot, een leger van 50000 man en het gebruik van de Grieksche havens. Als gevolg van die weige ring was in Maart Venezilos afgetreden. Het nieu we kabinet waagde zich aan nieuwe verkiezingen, want de Kamer had het voorstel van Venezilos tot steun van de Dardanellen-expeditie met groote meerderheid aangenomen. Deze verkiezingen hadden begin Juni plaats en bleken een groote overwinning voor Venezilos, die 21 Aug. weer aan het bewind kwam. Deze staatsman stond nu aan de Britsche, Fransche en Russische regeeringen toe, troepen in Saloniki te landen en hiervan een operatiebasis te maken. Ten einde Servië afdoende te kunnen helpen, moest een krachtig leger worden gevormd, maar ru stuitte men weer op allerlei bezwaren. In de eerste plaats moest de tegenkanting van Joffre worden opgeheven. Joffre had het oog voornamelijk gericht op het W. operatietooneel, dat verreweg het belangrijkste was. Alle operatiën moesten ondergeschikt worden gemaakt aan de behoeften en noodzakelijkheden van dat tooneel. Het nut van de Saloniki-expeditie achtte hij niet groot. En juist bereidde hij het groote offensief in Champagne voor, dat einde Sept. zou plaats hebben en waarvan hij een beslissende overwinning verwachtte; off re was daarom niet genegen veel troepen af te staan voor 'het Balkan-offensief. Maar ook na dit offensief in Champagne bleef hij weigeren belangrijke versterkingen naar Saloniki te zen den. Nu zou een enkel bevel van de Regeering aan zijn tegenstand natuurlijk een einde hebben gemaakt, maar tegenover Joffre moest men égards hebben. In de eerste plaats vereischte zijn positie dat, maar verder moest in het oog worden gehouden, dat een dergelijk bevel wel eens een crisis in het oppercommande ten gevolge zou kunnen hebben, wanneer Joffre tegen zijn overtuiging in genood zaakt zou worden versterkingen, welke hij op het W. front noodig achtte, naar elders te zenden. En een dergelijke crisis moest Biiand, zooals hiervoren aangegeven, vermijden. Nu hoopte Briand Joffre's tegenkanting hierdoor te kunnen overwinnen, dat hij werd verheven tot opperbevelhebber van alle Fransche legers, zoodat ook het Saloniki-leger onder zijne bevelen zou komen en hij dus ook rechtstreeks zou worden geïnteresseerd bij het wel en wee van dat leger, eigenlijk dus een wissel op zijne ijdelheid. Daarbij kwam, dat de publieke opinie in Frankrijk thans 291

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 17