zeer sterk voor een krachtige hulp aan Servië was, ten eerste omdat men veel sympathie had voor de Serviërs, maar vooral omdat bekeno was geworden,^ dat de Geallieerden hen hadden weten te bewegen, geleid doo'r een valsche hoop, dat Bulgarije niet de zijde der Centralen zou kiezen, dat land niet in Sept. aan te grijpen, op welk tijdstip Bulgarije nog niet geheel gereed was voor den krijg en het Duitsch-Oostenrijksche leger nog niet kon oprukken. Deze fout van de Gealliëerden had ten gevolge gehad de gecombineerde aanval van de Duitschers, Oostenrijkers en Bul garen, voerencie tot de vernietiging van het Servische leger. Het mocht dus worden verwacht, dat Joffre, mede als opperbevel hebber van het Saloniki-Ieger, zich meer voor de Balkan-campagne zou gaan interesseeren. Daardoor zou een krachtige voortzetting van Briand's Balkan- politiek gewaarborgd zijn, althans van Fransche zijde. Echter zou die politiek niet met voldoende kracht kunnen worden gevolgd, indien Engeland haar niet ter dege steunde, dus mede een sterk leger naar Saloniki zond, want dat Frankrijk met eigen middelen hier afdoende hulp zou kunnen verschaffen was uitgeslo ten. In Engeland evenwel was de tegenstand te overwinnen van Kitchener, die het volle vertrouwen van de Britsche regeering bezat, in militaire aangelegenheden steeds zijn zin kreeg en een sterk tegenstander van de Balkan-expeditie was. Bij de besprekin gen, welke Briand met de Britsche ministers ter zake daarvan in Dec. te Calais zou houden, achtte hij het noodig tegenover Kitchener een generaal te plaatsen, die blijkens zijne positie, evenzeer als Kitchener het volle vertrouwen van zijne regeering, dat van de Fransche regeering genoot. Elke verhooging van Joffre zou dus zijn politiek ten goede kunnen komen. 4 Dec. zou de conferentie te Calais plaats hebben en 3 Dec. verscheen het besluit, waarbij Joffre werd benoemd tot opperbe velhebber van alle Fransche legers. Het gelukte Briand niet den tegenstand van Kitchener te over winnen, maar teruggekeerd te Londen werd de Saloniki-quaestie nogmaals door de Britsche ministers overwogen en wisten zij eindelijk Kitchener te bewegen zich te voegen naar de politiek van Briand. Uit de verheffing van Joffre zochten nu zijn tegenstanders munt te slaan, ten einde hem zijn macht op het W. front en de leiding der operatiën daar te ontnemen. Voorgesteld werd de instelling van een intergealliëerd Hkw., waarin alle legers vertegenwoordigd zouden zijn, resideerende te Parijs, en waarvan Joffre hoofd zou zijn. Daar hij in die functie zich met alle fronten zou hebben te bemoeien, zou het hem niet mogelijk zijn op het W. front in Frankrijk een daadwerkelijk com mando uit te oefenen. Het opperbevel over het Fransche front zou moeten worden overgelaten aan een ander generaal. 292

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 18