1. REGEERING EN OPPERCOMMANDO IN FRANKRIJK 1915| 1917, door Vooral de democratische regeeringen in Frankrijk tijdens de 3e Republiek waren er op uit het leger voortdurend te beknotten, voornamelijk uit vrees, dat het een steunpilaar van de monarchis tische partijen en een gevaar voor de democratie zou kunnen blijken te zijn. Vandaar dat de linksche politieke partijen zich steeds zeer veel bemoeiden met de legeraangelegenheden en in de weer waren om het gezag der legerautoriteiten te beperken. De z. g. democratische ministers van oorlog volgden natuurlijk de wenschen van hunne partijen. Dit veranderde, toen Millerand in 1912 M. v. O. werd, als ge volg van de buitenlandsche politieke omstandigheden. Einde 1911 was de Agadir-quaestie besloten met de teekening van een verdrag, dat een teeken was van een diplomatieke nederlaag van Frankrijk en waarbij het gedwongen was aan Duitschland 2 strooken wel is waar smalle aan de Congo af te staan, waardoor dit rijk vrijen toegang kreeg tot dien waterweg en mede-oeverstaat werd. De politieke constellatie was toen van dien aard, dat Frankrijk niet op voldoende hulp tegen Duitschland ken rekenen. Rusland, dat nog niet hersteld was van de door den oorlog met Japan geslagen wonden, had zeer duidelijk doen weten, dat het het volk niet zou kunnen doen strijden voor een quaestie van koloniale politiek, die het volk niet zou interesseeren en die bovendien de levensbelangen van Frankrijk ook niet raakte. Wat Engeland betreft, zoo kon men er op rekenen, dat de openbare meening daar niet geheel ten gunste van Frankrijk zou zijn, indien uit een weigering van dit land om toe te geven aan de Duitsche eischen een oorlog zou voortvloeien, zooals te voorzien was; want zulk een oorlog zou eigenlijk alleen ondernomen worden, om Frankrijk een grooter koloniaal bezit te bezorgen. Een oorlog zou dus thans onder voor Frankrijk zeer ongunstige omstandigheden moeten worden gevoerd. Noodgedwongen gaf dit land daarom toe. Intusschen waren de politieke omstandigheden van dien aard, dat men de toekomst met ongerustheid tegemoet zag. Italië was sinds October 1911 in oorlog met Turkije, een krijg, welke aan leiding zou kunnen zijn tot een wereldbrand. Ook de hooghartige en zeer prikkelende houding van Duitschland tijdens de Agadir-onderhandelingen baarde onrust, 275

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 1