soms ook ten koste van de opleiding der andere recruten of ten
koste van het kader. Na 1 jaar en soms ook langer is het geduld
uitgeput, men tracht den man te verwijderen, maar nu beginnen
de. moeilijkheden. De C. C. maakt een staat van inlichtingen op,
teneinde den man voor de geneesk. commissie te kunnen brengen.
Op het papier wordt niet alles gezegd wat men over den man
denkt en voelt. De eene C. C. is te sterk objectief of haalt gegevens
aan, die hij van instructeurs of sectiecommandanten verkregen
heeft. Een ander is niet handig genoeg met de pen en licht te
weinig toe. Een goed oordeel bouwt zich in werkelijkheid op op
duizenderlei kleinigheden, die niet allemaal opgeteld kunnen
worden en niet steeds op papier kunnen worden gesteld. In elk geval
krijgt men op het papier een ander beeld dan de werkelijkheid
geeft. Met deze toelichtingen komt de man in het hospitaal ter
observatieve (veroorzaakt zoo en zooveel onkosten) en wordt
dan voor de geneeskundige commissie gebracht. Deze bestaat
uitsluitend uit medici, die slechts in staat zijn groote psychische
afwijkingen, zielsziekten, duidelijke vormen van idiotie of imbe-
ciiiteit te onderkennen. Daarbij komt, dat de medicus uiteraard
objectief is en uitgaat op vaste symptomen, want hij moet alles
in een ziektegeschiedenis verantwoorden. Tusschen deze tastbare
afwijkingen en de bruikbaarheid voor den dienst ligt echter een
breed veld van overgangsvormen, die door de praktijk, door da
gelijks met den persoon contact te hebben en te werken, door hem
in verschillende situaties te zien, makkelijker te onderkennen en
te beoordeelen zijn dan door observatie in het hospitaal,
waarbij de geneesheer den man slechts enkele minuten per dag
ziet. De oudere officier van den troep is buitendien ook in het
voordeel, omdat hij den landaard van den man beter kent, hij
heeft goede en kwade typen onder zijn beheer en kan vergelijken.
Hij kent ook de eischen van den dienst beter dan de officier
van gezondheid, die in deze opzichten zelden over veel
ondervinding beschikt. Wij moeten dus vertrouwen stellen in den
officier van den troep (indien hij ondervinding en langeren
diensttijd achter den rug heeft) en aan hem meer competentie
voor de beoordeeling van de bruikbaarheid van den man toekennen
dan aan de geneeskundige commissie.
Daarbij komt dat de man aan premie enz. niet veel meer kost
dan de som, die zijn onderhoud per maand uitmaakt of zijn ver
blijf in het hospitaal kost.
Waarom dus wegens zulke bedragen de onevenredig groote
omslachtigheid? Ook sentimenteele overwegingen mogen bij per
sonen, die pas korten tijd in dienst zijn, geen rol spelen. Op grond
van deze beschouwingen zou het m. i. overweging verdienen het
ontslag van onbruikbare (onbekwame) elementen in alle gevallen,
waar het finantieel risico niet groot is, te doen plaats hebben door
een commissie bestaande uit den korps- c. q. comp. commandant,
298