Zooals bij het rekenen moet men ook bij deze vraagstukken de waardeering aan de subjectieve inzichten der onderzoekers over laten. De primitieve vragen van de le categorie behoort elk In lander te kunnen beantwoorden. Wie op zulke vragen geen ant woord weet is vrij zeker minder bruikbaar. De zooeven behandelde rubriek 11 is uiteraard slechts toe te passen bij den Inlander en bij den weinig ontwikkelden Indo- Europeaan. 11: heb hier soms indo-europeesche fuseliers ontmoet, die niet wisten hoeveel 3 X 7 is- BiJ personen met goede school opleiding kan 11 vervallen. Tenslotte noteert de officier van werving nog iets over den algemeenen indruk, dien de adspirant op hem maakt. Hij beant woordt nog de volgende vragen. 12e vraag. Is hij vlug in het begrijpen en antwoorden? Men beantwoorde de vraag en trachte ook iets toe te lichten, b. v. is verlegen, opgewonden, bingoeng, enz. 13e vraag. Wat is uw algemeene indruk? Men omschrijve hier eerst: a. hoe het uiterlijk is (b. v. netjes, verwaarloosd, koelie-type, enz.) b. den algemeenen indruk, waarbij men tracht den persoon met eenige woorden te kenschetsen, b. v. belooft een goed scldaat te worden, maakt een flinken, suffen, dommen of opgewekten indruk, enz. Hiermede zijn de vragen, te stellen door den officier van werving, afgehandeld. Zij zijn wat uitvoering besproken, nemen echter bij eenige geoefendheid ±15 min. in beslag. Men kan zich wel deze moeite getroosten, indien men bedenkt, hoeveel tijd en o-eduld men zich b:j de opleiding bespaart, indien men den man Seed heeft gekozen. Bij gebrek aan tijd zal het niet noodig zijn alle vraagpunten af te handelen; men zou desnoods kunnen volstaan met enkele vraagpunten, b. v. No. 9, 10, 11. In bijzondere gevallen, b. v. adspiranten voor kader, aanbevolen militairen, enz. zal het echter noodig zijn alle vragen te behandelen. Nadat de officier van werving zijne bevindingen ingevuld heeft, komt de adspirant-recruut met het model bij den officier van gezondheid. Deze houcit eerst het gewone somatische onderzoek, en aansluitend hieraan het onderzoek met de tests, die meer otjectieve gegevens over den man zullen leveren. Bij het toepassen van tests in het Ned. Ind. leger zijn wij, wat de inlandsche landaarden betreft, sterk in het nadeel, omdat wij hun taal meestal niet kennen en wij van tests, waarbij mep iezen of schrijven moet, geen gebruik kunnen maken. 306

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 32