beschikbare vliegtuigen, de tijden moeten aangeven, gedurende
welke zulks moet geschieden. De inzet en de aflossing worden
geregeld door den Cdt der toegevoegde luchtstrijdkrachten.
Resumeerende zullen dus in de bevelen van den Div. Cdt de
volgende punten moeten zijn vermeld.
a. de beteekenis der lichtseinen en geluidseinen;
bde ter beschikking van de luchtstrijdkrachten gestelde golf
lengten;
c. de wijze van verbinding met den verbindingsvliegenier;
d. het uur, waarop deze boven de linie zal verschijnen;
e. het herkenningsteeken van het vliegtuig.
5. Uitvoering der opdrachten.
Het vertrouwen in den verbindingsvliegdienst kan alleen ge
vestigd worden, wanneer de gevraagde hulp inderdaad wordt
gegeven.
Nauwkeurige bekendheid met het terrein is voor waarnemer en
bestuurder een vereischte. Deze terreinkennis kan verkregen
worden door studie van kaarten en foto's c. q. aangevuld door
voorafgegane vluchten.
Bovendien behooren zij, zooals hiervoren reeds werd aange
geven, volkomen op de hoogte te zijn van den toestand.
Commandanten van troepen, waaraan luchtstrijdkrachten zijn
toegevoegd, zijn daarom verplicht, aan die luchtstrijdkrachten
t ij d i g al die gegevens te verstrekken, welke van nut kunnen zijn
voor de volvoering van hunne opdrachten.
Aard der verkenningen.
Verkenningen boven den vijand zijn meestal slechts van korten
duur en worden uitgevoerd in een vooraf vastgestelde richting.
Elke verkenning wordt verricht met het doel, een te voren
bepaalde, nauwkeurig gestelde vraag, tot oplossing te brengen.
De waarnemer zij hierbij indachtig, dat:
a. troepenverzamelingen, ongedekt opgesteld, nog tot 800 M.
hoogte zijn vast te stellen, terwijl ingegraven troepen niet
boven 300 M. zijn te onderkennen;
b. de sterkte van tirailleurlinies zeer moeilijk is vast te stellen;
c. troepen in beweging, bij goede lichtverhoudingen, ook uit
grootere hoogten goed zijn waar te nemen;
d. de wapensoorten uit de wijze van optreden, de marschorde,
de wijze van bespanning en de marschsnelheid zijn op te
maken;
e. marschcolonnes op natte, beschaduwde of door boomen over
dekte wegen, dan wel dicht naast de wegen marcheerende,
moeilijk te onderkennen zijn;
troepen in kantonnementen of bivaks naar het aantal voer
tuigen kunnen worden geschat.
334