belang. Grondlappen worden b. v. duidelijk gezien op een don keren achtergrond. Voor seinen van den grond is het bovendien noodig te weten, wanneer het vliegtuig in een positie is om die seinen te ontvangen en wanneer niet. De voordeeligste positie is die, waarbij de seingever op den grond het vliegtuig van ter zijde ziet, wanneer de waarnemer dus schuinsch omlaag en iets achterlijk de plaats van den seingever waarneemt. De onvoordeeligste positie is die, waarbij recht op het station wordt aangevlogen of recht er van af wordt gevlogen. Als regel ziet de aanvallende infanterie het verbindingsvliegtuig dus iets achterwaarts van de infanterie in voorste lijn, aangezien de verbindingsvliegenier uiteraard deze voor hem voordeeligste plaats bij voorkeur inneemt. Alle teekens moeten zoolang worden gegeven tot van het vlieg tuig het begrepen-teeken is gegeven. 4. MEDEDEELING VAN HET BESTUUR. De algemeene vergadering ingevolge art. 25 van het Huishou delijk Reglement der I. K. V. zal plaats hebben op Maandag 29 Juni a. s. 6.30 n. m. in de leeszaal van de Bibliotheek D. v. O. Op deze vergadering zal voorgesteld worden, van art. 8 van dat Reglement de woorden „vóór den len October schriftelijk kennis te geven, in Indië aan den Secretari, in Nederland aan den Correspondent" te doen luiden „schriftelijk kennis te geven, in Nederland vóór 1 December2) aan den Correspondent, in Indië vóór 31 December aan den Secretaris". (Bedanken voor het lidmaatschap). 2) (De aan H. H. Kwartiermeesters te zenden ledenlijsten moeten begin Januari worden opgemaakt). 5. HET JAARVERSLAG VAN DEN TOPOGRAFISCHEN DIENST IN NEDERLANDSCH-IND1Ë 1924- Het is niet wel mogelijk, in een kort bestek den inhoud weer te geven van dit jaarverslag, dat, belangwekkend door vorm en inhoud als gewoon lijk, gelezen dient te worden om naar waarde te worden geschat. Ook, en vooral, de bijdragen van gemengden aard verdienen alle aandacht. Wij zullen ons bepalen tot de vermelding van enkele uit het werk ge trokken gegevens. Blijkens een bijgevoegde kaart, aangevende de bladen van Java en Ma- doera op de schaal 1 50000 en 1 25000 (voor zoover daarvan geen bladen 1 50000 bestaan), welke afgedrukt of bij het reproductiebedrijf in bewerking zijn, zijn er ongeveer 100 bladen 1:50000 in bewerking; van ongeveer 25 bladen 1 50000 bestaan slechts spoeddrukken, aan een 50-tal moet de eerste hand nog worden gelegd. Van het overige deel van Java en Madoera, 338

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 64