340 geleid, dat de eene chaos voor de andere in de plaats is getreden. Voor Chineezen zeif is het een heksentoer, daaruit wijs te worden. Oe Nieuw-Guinea concessie is, zooals bekend, voorloopig althans van de baan. Wij twijfelen niet, of eventueel later te verleenen concessies zullen niet alle noodige waarborgen worden omkleed. In dat geval zal men, zooals Schr. zegt, de openlegging van het gebied, waarom het gaat, slechts kunnen toejuichen. Het artikel van R. C. „Enkele losse gedachten over opvoeding van jonge officieren'' in de vorige aflevering verschenen, heeft eenig commentaar uit gelokt van de zijde van een jong luitenant, hetgeen R. C. wel niet zal heb ben voorzien. Noemen wij ten slotte de beschouwing over de „Klacht en ten laste legging" (oude en nieuwe procedure R. L.) door F. Treffers en een verhan deling over „De nieuwere opvattingen omtrent de voedingsleer vnl. met betrekking tot de bijzondere werking van sommige voedingsstoffen en iets over vitaminen" van de hand van luit. Korteman. M. B. 7. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Mavors No. 2 Februari 1925. Kapitein Heetjans behandelt: „De manoeuvre van vuur en beweging van voorhoede-afdeelingen, die opdracht hebben de gevechtsaanraking tot stand te brengen." Uit den inhoud blijkt, dat hier sprake is van een strijd, waarbij de verdediger zich stevig in het terrein heeft vastgezet. In dat licht bezien bestaat er uiteraard aanleiding om onderscheid te maken tusschen den eigenlijken aanval on de hoofdweerstandsstrook en die door voorhoede-afdeelingen uitgevoerd op de zooveel ijlere voorposten opstellingen, welke men voor de hoofdweerstandsstrook zal verwachten. Het komt ons ten zeerste noodig voor de waarschuwing te ondetstreepen welke de schrijver aan het einde stelt: „Men zij echter gewaarschuwd, dat hier slechts een voorbeeld werd ge geven" en zouden er aan toe willen voegen: Bedenk dat de uitwerking van dit voorbeeld ook nog slechts past in een bepaald raam, gevormd door een bepaald gevechtsvoorschrift en een bepaalde organisatie. In het „Indische Maandoverzicht" wordt gewezen op het artikel „Onze petroleumindustrie enz." in „Koloniale Studiën"(reeds vroeger in het l. M. T. behandeld) en een overzicht gegeven van de behandeling van de nieuwe vlootwet in den volksraad. Tenslotte wordt een vroegere fout hersteld, door er op te wijzen dat de „Grondregels" niet beschouwd mogen worden als een nieuw N. I. ge vechtsvoorschrift. De luitenants Veldmeijer en Fortanier geven een tactische oefening onder den titel „De compagnie belast met spoorwegbewaking". In „De voorhoede op marsch" worden bij wijze van causerie over een gefingeerd oorlogs- geval de nieuwe Ned. inzichten over het optreden der voorhoede verwerkt. De le Lt. Adj der Genietroepen P.L. van Boven schrijft over „Camou flage", hetgeen bedoeld is als vervolg op een vroegere bijdrage: „Het inrichten van loopgraafstelsels". „Oud en nieuw" is een, uit het boek van P. Krasnow „Vom Tsaren- adier zur roten Fahne", overgenomen episode. De Militaire Spec ator No. 2. Februari 1925. Hierin komt een belangrijke studie voor van den kapitein W. F. K. Bisschoff van Heemskerk over „SpoorweggeschutDaarin wordt dat geschut naar de constructie in verschillende soorten verdeeld, waarbij vooral het verband tusschen den vuurmond en den spoorbaan naar voren komt. Verder de eischen waaraan de spoorbaan moet voldoen wat betreft weerstand van weg en werken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 66