niando te aanvaarden onder het opperbevel van Joffre, en de meer beperkte bevoegdheden van het Hkw. te accepteeren. Nivelle liet zich door Briand's redeneering, dat de Regeering zou zorg dragen, dat hij volkomen onafhankelijk zou zijn in de leiding der opera- tiën en Joffre zou weten te beletten in zijne bevoegdheden in te grijpen, overhalen, om van zijn eischen afstand te doen. Joffre's tegenstanders waren echter niet tevreden met deze oplos sing; zij hadden hem geheel willen ecarteeren. In de Senaat geïnterpelleerd, verklaarde Briand, dat Joffre moest worden ge handhaafd, omdat zijn naam en gezag nuttig waren voor het leger en dat een generaal van zoo groote verdiensten als hij de noodige égards verdiende; doch dat de nieuwe bevelhebber op het front in Fr. en de bevelhebber in Macedonië volledige vrij heid van handelen zouden bezitten, zoodat er geen reden was om zich ongerust te maken over te veel macht, aan Joffre gelaten. In den Verdedigingsraad had hij slechts een raadgevende stem; hij zou dus zelf geen maatregelen kunnen gelasten. Voorts kon ook cue verdedigingsraad niets gelasten; hare beslissingen moesten aan den ministerraad ter goedkeuring worden voorgelegd. Open spel had Briand niet gespeeld tegenover Joffre, die vol gens zijn eigen verklaring zooveel égards verdiende. Het was te begrijpen, dat deze ten zeerste ontstemd was over de tegen hem aangenomen houding. Opvallend is de verklaring, dat de ministerraad het lichaam was, dat ten opzichte van de oorlogsleiding de beslissingen moest treffen, want dat volgde dadelijk uit zijne verklaringen. Daardoor had hij bij deze wisseling in het oppercommando plotseling de vroeger door den M. v, O. opgeëischte macht tot de Reg. getrokken, terwijl hij te voren zich juist een voorstander had betoond van de algeheele vrijheid van handelen van den opperbevelhebber. Door deze verklaring, waarbij Nivelle zich ook moest neerleggen, hoopte hij den steun der linker partijen te verwerven, welke nood zakelijk was voor het voortbestaan van zijn kabinet en het voort zetten van de gevolgde politiek. Inmiddels was half Dec. 1916 Lyautey benoemd tot M. v. O. 24 Dec. te Parijs aankomende, vond hij, dat verschillende maatregelen, welke wettelijk tot zijne bevoegdheid behoorden, buiten den M. v. O. om waren genomen, in de eerste plaats de benoeming van Joffre tot technisch raadsman van de Regeering, tevens opperbevelhebber van alle Fransche legers; de benoeming van Nivelle tot bevelhebber van de legers aan het Fransche front; de ontheffing van Foch van zijn commando over de N. legergroep; de benoeming van Guillaumat en van Mangin resp. tot comman dant van het 6e en van het 2e leger. Eindelijk vond hij de Regee ring besloten, om Castelnau, dien Lyautey zeer hoog schatte, van het front te verwijderen door hem een zending naar Rusland op te dragen. 352

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 10