loopende front Soissons Reims, zoodat het plateau van Craonne nu ook rechtstreeks in front zou worden aangevallen. In Nivelle's plan werd nu de aanval op het front Soissons Reims de voornaamste. Daartoe zouden 3 legers worden aange wend, samen vormende de „Groupe d'armées de rupture" (G. A. R.). Aanvankelijk had Nivelle het bevel hierover aan Pétain willen opdragen, maar zag hiervan af, omdat deze zich niet kon ver eenigen met het operatieplan, dat den rechtstreekschen aanval op het plateau van Craonne voorschreef en de voorkeur gaf aan Joffre's plan. Nivelle, die niet meer de bevoegdheid bezat, om zelf de com mandanten der legergroepen en legers aan te wijzen, stelde nu voor om gen. Micheler tot commandant der G. A. R. te benoemen. Lyautey kon zich echter niet hiermede vereenigen en deed den President der Republiek een besluit teekenen, hetwelk inhield, dat Micheler de bevoegdheden van eindt der G. A. R. zou uitoefe nen „par délégation du commandant en chef et sous réserve de son approbation". Waardoor zoowel Micheler als Nivelle in een scheve positie werden geplaatst; de eerste had geen vrijheid van handelen, terwijl zijn gezag tegenover zijn ondergeschikten door deze verklaring van onvoldoende bevoegdheid tot het bevel over een zoo belangrijke legergroep werd ondermijnd, en de tweede bleef feitelijk de commandant van een onderdeel, een positie, welke moeilijk overeen te brengen valt met die van opperbevelhebber. Dit was het gevolg van den ongezonden invloed van den M. v. O. op de legerleiding. Die invloed uitte zich nog in ander opzicht. Nivelle was gedwongen op zijn operatieplan de goedkeuring van de regeering, d. w. dus den M. v. O. te vragen. Lyautey nu was van den aanvang weinig daarmede ingenomen. N. z. m. berustte het plan niet op een degelijken grondslag, maar op alge meenheden zooals, dat het Duitsche front zou worden doorbroken „quand nous voudrons, a condition de ne pas attaquer au point le plus fort et de faire l'opération par surprise et attaque brusquée en 24 ou 48 lieures." Want juist wel werd voor den hoofdaanval het sterkste gedeelte der Duitsche stellingen gekozen, terwijl van geheimhouding in het geheel geen sprake was: algemeen sprak men openlijk over de voorgenomen operatie en over de opdracht van het 6e leger (Mangin), dat in de G. A. R. de hoofdtaak zou hebben te vervullen. Nivelle's plan kwam hem veel te optimistisch voor, want niettegenstaande het sterkste gedeelte van het Duitsche fiont rechtstreeks werd aangevallen, gaf Nivelle in zijn reeds einde Januari 1917 gegeven bevelen aan, dat in 8 uren tijds het front over een diepte van 8 a 12 K. M. moest zijn doorbroken. Lyautey achtte voor dit optimisme weinig grond, waar de voorbereiding hem geheel onvoldoende voor het zeker stellen van een dergelijk 357

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 15