1. REGEERING EN OPPERCOMMANDO IN FRANKRIJK
1915| 1917, 1)
door
(Slot).
De beslissing in deze weifelingen werd gebracht door de aan
vankelijke successen der Duitschers bij den aanval op Verdun,
omdat het zeer verkeerd zou zijn te midden van een grooten slag
den commandant te vervangen. Voorloopig wees Galliéni elke
poging om Jot'fre te doen vallen beslist af.
Toch beteekende dit niet, dat Galliéni den opperbevelhebber
steeds die macht wilde laten, welke deze tot dusver had genoten.
Reeds in Dec. had hij een bevel van zeer ingrijpenden aard ge
geven, dat opnieuw ten duidelijkste aantoonde, hoe groote
bevoegdheden de wet verkeerdelijk den M. v. O. toekende. Hij
had n. 1. bepaald, dat de in de verschillende staven werkzame
officieren zooveel mogelijk moesten afwisselen met troepenof
ficieren.
Is het voor de opleiding, dus in vredestijd, noodig de staf
officieren geregeld in den troep te doen terugkeeren, in oorlogs
tijd is continuiteit, vooral in de hooge betrekkingen, noodzakelijk
en de genomen maatregel was verkeerd.
Aan dezen maatregel werd nu de bij den aanval op Verdun
ontstane verwarring voor een goed deel geweten, terwijl de
colporteurs van deze berichten te verstaan gaven, dat zij hun
inlichtingen van het Gr. Hkw. zelf hadden. Evenwel was deze
beschuldiging in dit geval ongegrond, omdat in den staf van den
commandant der versterkte zone Verdun nog geen veranderingen
hadden plaats gegrepen.
Intusschen waren ook berichten ontvangen omtrent den onvol
doenden start van de verdedigingswerken bij die plaats bij den
aanvang van den Duitschen aanval.
Deze omstandigheden brachten nu Galliéni er toe begin Maart
in den ministerraad aan te dringen op hervorming van het Gr. Hkw.
en Joffre's bevoegdheden te houden binnen de door de wet aange
geven grenzen. De door den M. v. O. opgestelde nota eindigde
hiermede, dat elk voorschrift van weinig waarde zou zijn als de
personen, die het moesten toepassen, vreemd bleven aan den
geest er van en zich niet konden voegen naar de eischen van
343
Zie l.M.T. 1925, No. 5.