wat Nivelle duchtte, was, dat de Duitschers zich aan den aanval zouden onttrekken door een verderen terugtocht. Hoe meer hij zich versterkte, dus hoe meer hij zich iiet vasthouden, des te schitterender zou de overwinning zijn, onder voorwaarde dat de hevigheid van den aanval en de snelheid steeds zouden worden vermeerderd. Wellicht zou het noodig zijn den 3en dag een oogen- blik halt te houden bij het bereiken van de Serre (30 K. M. voor de uitgangsliniën van den aanval), maar hij verwachtte, dat de troepen door het succes zelf zouden worden meegesleept. Painlevé, die tijdens het ministerschap van Lyautey de uiteen zettingen van Pétain had vernomen, was niet overtuigd, maar gaf momenteel toe. Evenwel kreeg hij kennis van een brief, door een kolonel van den gen. staf, volgens zijn zeggen namens een belang rijke groep, aan de Freycinet overhandigd, waarin hij de verwach ting uitsprak van de vernietiging der aanvalsgolven. Dit gaf Pain levé aanleiding het oordeel van verschillende generaals in te winnen. 3 April had op verzoek van Painlevé een conferentie plaats op zijn ministerie, waaraan deelnamen Ribot, Albert Thomas, Magi- not (omdat Nivelle zijn vertrouwen bezat en omdat bij het offen sief op groote schaal negertroepen zouden worden gebruikt) en Nivelle. Painlevé stelde hem in kennis met de door Pétain tegen zijn plan geopperde bezwaren, zoomede met die, welke Micheler en Franchet d'Espérey, die ook door Painlevé waren gehoord geworden, te berde hadden gebracht. Niets kon evenwel Nivelle in zijn optimisme schokken. Hij verklaarde, dat de Duitsche stel lingen in zeer korten tijd en met zeer weinig verliezen zouden worden doorbroken. Dienzelfden dag echter hadden de voorzitters van den Senaat en van de Kamer een bezoek gebracht aan de G. A. R. en hadden van hunne natuurlijk onverantwoordelijke besprekingen met verschillende hooge bevelhebbers een zoo pessimistischen indruk medegenomen, dat zij bij terugkeer onmiddellijk den President der Republiek en Ribot daarmede in kennis stelden. 5 April verscheen de kolonel Messimy bij Ribot met een brief, welke, naar hij zeide, vrijwel onder dictaat van Micheler was geschreven en het oordeel van de meest geachte chefs van het leger zou weergeven. Deze brief was eveneens zeer pessimistisch en verwachtte zeer zware verliezen voor de Franschen. Thans besloten de President der Republiek en de ministers om, voordat de slag zou aanvangen, welke wellicht over het lot van Frankrijk zou beslissen, eerst de meening van de hooge bevelheb bers over de voorgenomen operatie te hooren. 6 April werd nu te Compiègne een conferentie belegd, waar bij tegenwoordig de President der Republiek, Ribot, Painlevé, en de generaals Nivelle, Micheler, Franchet d'Espérey, Pétain en de Castelnau. Nivelle stond in zijn optimisme alleen. Algemeen ver- 364

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 22