wachtte men weinig succes en zware verliezen, en in geen geval
een gelukte doorbreking. Evenwel was men het er over eens, dat
men den Centralen niet het initiatief mocht laten. Pétain stelde
daarom voor, om, indien besloten mocht worden tot het niet doen
doorgaan van den aanval, onverwijld een leger naar Trentino te
zenden tot steun van het offensief van de Italiaansche legers.
Painlevé stond nu voor een moeilijk geval. Het was uitgesloten,
dat de aanval zou kunnen worden uitgesteld, terwijl Nivelle ge
handhaafd bleef. Er waren dus 2 mogelijkheden; n. 1. hem ver
vangen en van het offensief afzien, of wel hem er van te over
tuigen, dat hij verstandig deed met rekening te houden met de
door zijn ondergeschikten geopperde bezwaren, want duidelijk
was het voor hem, dat het operatieplan niet ongewijzigd kon
worden gevolgd.
Dat waren de gevolgen van de bemoeiingen van den M. v. O
met de operatieve aangelegenheden. Openlijk was thans Nivelle
getoond, dat de hoogste en bekwaamste ondergeschikten geen
vertrouwen in zijn beleid hadden. Hij was in zijn gevoelens ernstig
gekwetst en de Reg. was in een zeer moeilijk parket geraakt.
Ook thans durfde men niet de radicale oplossing aan, welke
paste in het betoonde gebrek aan vertrouwen in Nivelle. Painle
vé verklaart, dat hij voor het niet doen doorgaan van den aanval
in het kabinet nimmer een meerderheid zou hebben kunnen ver
werven, waar nu reeds 3 maanden lang aan het Fr. volk het of
fensief was voorgehouden en het schitterende resultaten waren
beloofd.
Dit toont wederom aan, door welke onjuiste overwegingen men
zich bij de beslissingen liet leiden.
Nivelle echter verklaarde, dat, waar hem niet voldoende ver
trouwen werd betoond, en het hem niet mogelijk was zijn over
tuiging prijs te geven en hij daardoor niet tot overeenstemming
kon komen noch met de Regeering noch met zijn ondergeschikten,
hem niets anders restte dan zijn ontslag aan te bieden. Dit ontslag
evenwel wenschte de Regeering niet te aanvaarden.
Aan den door Painlevé geschapen onmogelijken toestand werd
een einde gemaakt door de berichten van den op 6 April door de
Britten ingezetten aanval. Het was nu onmogelijk den aanval der
Fransche legers uit te stellen.
16 April begon nu de 'Fransche aanval onder zeer ongunstige
weersomstandigheden; sneeuwstormen beletten aan de artillerie
de waarneming en belemmerden de voorbereiding in hooge mate.
Terwijl voor den eersten dag volgens de gegeven bevelen was
gerekend op een winst van een diepte van 10 K. M., had men
dien dag niet meer dan 500 M. terrein gewonnen. Het vuur der
uitmuntend verborgen opgestelde Duitsche mitrailleurs was ver
nietigend. in alle rapporten werd de onmogelijkheid gemeld om
365