de wijze, waarop de Regeering meende haar gezag tegenover den opperbevelhebber te moeten toonen. 24 April deed Lyautey aan Painlevé een brief van kolonel Duval toekomen, waarin deze de leiding van Nivelle scherp veroordeelde. Ook van een ander ge neraal ontving Painlevé een brief, waai in deze o. m. schreef, dat de voorbereidingen en de bevelen hadden „dépassé en folie furieuse tout ce qu'on pouvait inraginer d'insensé". Waarom hadden zij, en anderen, die eveneens thans zeer scherpe critiek lieten hooren, niet van te voren de Regeering gewaarschuwd? Evengoed als na den slag hadden zij vóór den aanvang daarvan de voorbereiding en de bevelen kunnen beoordeelen en vonden zij deze zoo slecht, als zij thans verklaarden, dan was het hun plicht geweest, de Regeering toen te waarschuwen; het was hun plicht geweest de „boucherie inutile" te voorkomen, welke volgens hen alleen het gevolg zou zijn van Nivelle's bevelen. Thans zouden zij beter houding hebben aangenomen, door niet vrijwillig hunne meening aan de Regeering bloot te leggen maar te wachten, tot daarom werd gevraagd. Volgens Painlevé was duidelijk aangetoond, dat de methode Verdun niet op groote operatiën kon worden toegepast en dat zij in dit groote offensief had gefaald. Van zelf keerde men terug tot de methode van den Somme-slag, n. 1. de aanvallen met be perkte doelen. Waar nu Nivelle tot het opperbevel was geroepen om aan de periode van de aanvallen met beperkte doelen een einde te maken, omdat deze niet tot een beslissing zou kunnen leiden, bestond er bij het falen van de door hem toegepaste me thode geen reden om hem langer te handhaven als opperbevel hebber. Door deze redeneering begaf de M. v. O. zich zelfs op het gebied der tactiek! Het gevolg van een slechte regeling van de bevoegdheden van dezen bewindsman. Toch wilde Painlevé deze oplossing niet aan, ten eerste om dat zijne vervanging thans het volslagen gemis aan succes in de oogen der Duitschers zou hebben geaccentueerd; ten tweede om dat, nu de conventie van Calais nog bestond, men zich eerst met de Britten zou moeten verstaan, daar die conventie aangaf, dat de Britsche legers de aanwijzingen van den Franschen opperbevel hebber moesten opvolgen. De redenen waren gezocht, vooral de laatste en toonen het gebrek aan doortastendheid en het opzien tegen het nemen van een ingrijpende beslissing bij de Regeering aan. Painlevé meende zich nu voorloopig uit de moeilijkheid te kun nen redden door de benoeming van een chef van den gen. staf voor alle legers bij het ministerie van oorlog, waartoe Pétain werd uitverkoren. Zoodra de nieuwe operatiën succes hadden op geleverd, kon Nivelle van zijn commando worden ontheven, waar- 368

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 26