voortbewegende machines te beschouwen als het normale-geval; maar van de talrijke gevallen, waarbij de vliegtuigen door bewol king en regen aan onze waarneming zijn onttrokken, en waarbij van de vliegeniers groote koelbloedigheid en besluitvaardigheid worden vereischt om in veilige haven te landen, daar hooren wij niet van. Als ik -een outsider -dan ook besluit, om een tipje van den sluier, die het werk van de Luchtvaartafdeeling omgeeft, op te lichten, dan doe ik dit in het bewustzijn, dat de vliegeniers zelve ongaarne tot publicatie hunner prestaties overgaan; voor mij echter staat de zaak geheel anders; ik streef hierbij een tweeledig doel na, n.l.: a. om aan allen, die in noodgevallen ons luchtwapen zullen heb ben te gebruiken, een korten blik te gunnen op de vele moei lijkheden, die de vliegeniers ook in ons zomerland hebben te overwinnen; wie die moeilijkheden kent en zakelijk weet te beoordeelen, weet ook wat hij eischen kan en tot welken graad hij zijne verwachtingen mag spannen; hij zal niet vragen, wat niet geleverd kan worden, niet veroordeelen, wanneer aan de hoog gespannen verwachtingen niet wordt voldaan; b. om aan allen, die zich voor het luchtwapen interesseeren en aan de vele spontane bewonderaars onzer vliegeniers een deugdelijke basis voor hunne belangstelling te geven, en hun te laten zien, hoe dagelijks van de mannen der Luchtvaartaf deeling worden geëischt: moed en koelbloedigheid, besluit vaardigheid, groote vakkennis en behendigheid, en hoe zij veel strijd hebben te voeren tot zelfbehoud t). Ik meen het mij gestelde doel niet beter te kunnen bereiken, dan door hieronder eene beschrijving te geven van eenige, door ver schillende vliegeniers onder moeilijke omstandigheden verrichtt vluchten, waarvoor de gegevens werden ontleend aan de officieele vliegrapporten; aan het slot voegde ik een schetskaartje toe, waar op de verschillende vluchten zijn aangegeven. I- Rapport van ee;; vlucht door den Kapitein-vliegenier W. Leendertz ondernomen van Batavia naar Bandoeng. Op 25 AJaart 1925 vertrok ik, met als passagier den sergeant majoor-monteur Woens; van het landingsterrein Tjililitan, ten Z O. van Mr. Cornelis gelegen, om 1.45 n. m. met als einddoel het landingsterrein te Soekamiskin (bij Bandoeng). Ik had 's morgens Op Java, met zijn sterk geaccidenteerde en doorsneden terreinen, zijn uitgestrekte sawah- en rawahstreken, zijn enorme bosschen en cul tuurtuinen, en waar het aantal landings- en noodlandingsterreinen slechts beperkt is, is het voor de vliegeniers geen sinecure, om in noodgeval hun toestel heelhuids aan den grond te zetten. 374

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 32