Ik draaide onmiddellijk mijn toestel er in en stak naar beneden;
in een minimum van tijd had ik een snelheid bereikt van ruim
120 Engelsche mijlen, doch na eenige minuten mocht ik het ge
noegen smaken mij plotseling in de Bandoengsche hoogvlakte te
bevinden op een hoogte van 3500 voet boven zee. De vlakte was
bijna open, zoodat ik spoedig zonder verdere moeilijkheden te
Soekamiskin landde, na 1 uur 55 minuten vliegen.
IV. Rapport van een vlucht door de len Luitenant-vliegenier
Kengen ondernomen van Kalidjati naar Bandoeng.
Den 16 Maart 1922 ontving ik opdracht mij per vliegtuig te
begeven van Kalidjati naar Soekamiskin, om vergezeld van een
monteur aldaar motoronderdeelen te halen.
Om 9-30 v. m. startte ik met de H 106.
Het weer was bewolkt, vooral sterk in de richting der bergen.
Daar de bewolking in het Westen het zwaarst was, besloot ik te
trachten om Oostwaarts te vliegen, tusschen den Goenoeng Tjang-
gah en den Goenoeng Tampomas door, over Soemedang naar
Bandoeng.
Ik vloog hiertoe laag, omdat hoogvliegen door de zware be
wolking u3gesloten was. Even voorbij Soemedang bleek verder
vliegen zelfs op 50 M. hoogte onmogelijk, door de tot op de
boonen hangende nevelbanken.
Toen ik om deze reden den terugtocht wilde aanvaarden, bleek
ook tusschen den Tjanggah en den Tampomas alles dicht te zit
ten en kon ik nog slechts in Oostelijke richting op 50 M. boven
het terrein in een smalle strook verder vliegen.
Bij Tomo vond ik in de Tji Manoek een goed orienteeringsob-
ject; deze rivier volgende moest ik spoedig weer in de laagvlakte
komen (een kaart had ik niet bij mij).
Inderdaad bleek verderop de bewolking iets hooger te zijn,
ongeveer 300 M. boven het terrein; veel uitzicht had ik nog niet,
echter herkende ik gemakkelijk de groote moerassen West van de
Tji Petakan. Verder op mijn kompas in Westelijke richting vlie
gende bereikte ik ten slotte Kalidjati. De geheele tocht had 1 uur
45 minuten geduurd, waarvan alleen de terugtocht 1 uur 20 minu
ten, die normaal niet langer dan 25 minuten had moeten duren.
V. Rapport van een escadrillevlucht onder leiding van den len
Luitenant Kengen van Bandoeng naar Kalidjati en terug.
Op 23 December 1924 werd de Vliegschool geïnspecteerd door
den Generaal-Majoor Van Genderen Stort, die daarbij onder meer
vergezeld was door den Commandant der Luchtvaartafdeeling.
Een escadrille van drie De Havilland 9's onder mijne leiding
was aangewezen om den Inspecteur over te vliegen.
380