397
1. Geweergranaten.
2. Bij indeeling van lichte bomweipers, deze niet bij de infanterie en
aangevuld door granaatwerpers.
3 Vlaktaan infanteriegeschut, niet tevens te gebruiken voor luchtdoel-
bestrijding en voor krombaangeschut.
4. Een patrouillewapen van 6,5 mM.
5. Puntprojectielen voor 6 5 mM. geleidelijk aan te maken.
6. Eenheid van kaliber voor onze zware mitrailleurs op 8 mM.
7. De hiervoor noodige munitie in vier soorten.
8. Vorming van mitrailleurafdeelingen per regiment infanterie.
De Kapitein van den Gen. Slaf van het Ned. Ind. Leger Koster, leeraar
aan de H, K. S., kwam in debat, bepleitte voor infanteriegeschut nietvlak-
baan maar krombaangeschut, betwijfelde een kaliber van 8 mM.
zwaar genoeg voor alle opdrachten waaraan de zware mitrailleurs moeten
voldoen en bestreed ten sterkste het denkbeeld dat in welk leger ook,
het vuur der lichte mitrailleurs zou kunnen worden vervangen door ge
weervuur, zooals dit door inleider voor Nederland noodig werd geacht.
De Kapitein Koster werd over de geheele lijn zijner opmerkingen gesteund
door den luitenant-kolonel van Munnekrcde
De zeer belangrijke voordracht wordt onzen lezers ten zeerste aanbevo
len. Tegelijk met dit nummer van het orgaan bereikte ons een tweede,
waarin de op 27 Maart j.l. door den ritmeester Wirix gehouden voordracht:
„De lichte brigade en hare bevelvoering1' is opgenomen
Bk.
8. OVERZICHT BU1TENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.
Wissen und Wehr. Januari 1925 (vertraagd ontvangen). Dit tijdschrift zal
voortaan als maandelijksch periodiek uitkomen (vroeger 3-maandelijksch). Dit
eerste maandnummer bevat critische beschouwingen van Generaal Wetzell
over het eerste deel van het officieele Kriegsarchivs-werk „Der Welt-
krieg 1914/18". Hierin vindt de lezer zeer interressante opmerkingen, welke
ten doel hebben zoowel von Moltke als von Bülow te rechtvaardigen
tegen, volgens generaal Wetzell, onjuiste en onrechtvaardige critiek. Wel
geeft hij toe, dat von Moltke a's veldheer heeft gefaald door gebrek aan
vasten wilals strateeg echter acht hij hem verkeerd beoordeeld.
„General-Oberst von Moltke war kein FeldherrIhm fehlte vor allem
das „feu sacré" des durchgreifenden Handelns, „jenes heilige Feuer eines
hartnackigen Willens zum Siege, eines wilden Drangens rach voiwarts,
eines erbarmungslosen Strebens nach Vernichtung des Feindes" (aanhaling
van een door graaf Schlieffen gegeven beschrijving van den ouden veld
maarschalk von Moltke).
In „Der Abtransport des I. Armeekorps nach der Schlacht bei Gumbin-
nen" geeft Major a. D. Dr. Kretschmann een sprekend voorbeeld van de
moeilijkheden van het inladen der troepen voor spoorwegvervoer onder
bedreiging des vijands. Het inladen begon te Insteibufg 30 K. M.
achter het front. Reeds 18 uur later moest dit inladen verlegd worden
naar Norkitten, 20 K. M. verder naar het W. waardoor natuurlijk ver
warring en storing ontstond.
Als lessen le trekken uit dit voorbeeld somt schrijver op: Liefst geen
enkelspoorlijnen gebruiken; indien toch noodig, dan vervoer in één richting!
In noodgevallen kan de, over het algemeen laag gehouden, rijsnelheid
bij militair vervoer worden opgevoerd (er werd met 40 K.M. snelheid
gereden). Nauwste samenwerking tusschen troepenbevelhebbers en spoor
wegautoriteiten is onafwijsbaar noodzakelijk!
Onder den titel „Kupfer" worden verder interessante cijfers gegeven over
de wereldproductie en distributie van koper, een der in oorlogstijd meest
onmisbare grondstoffen.