403 ne peut être suffisante pour fournir les actions de masse réellement efficaces nécessitées par des obstacles importants, actifs oupassifs ces tirs de masse, si l'artillerie de campagne reste uniaucment dans la main de ses chefs, seront obtenus mieux et plus vite. D'ailleurs, 1'artülerie de campagne dont dispose une division est limitée, ses munilions sont encore plus limitées; ses possibilités d'action sont done nécessairement restreintes; si cette action est réservée a des opérations d'ensemble, vraiment efficaces et faites a l'endroit et au moment opportuns, elle semble mieux empfoyée que si elle est uitilisée. mêrae seulement en partie, dans des opérations fragmen- taires qui répondent souvent mal aux nécessités taciiques générales." Aan het slot van het artikel blijkt, dat ook deze schrijver weer moet constateeren, dat het goede tyre „canon d'accompagnement" nog uitge vonden moet worden. Het Feb:uari-nummer brengt vervolgens het vervolg van „Une bataille de rencontre. Virton. 22 Aoüt 1914." door com mandant Grasset. Ook „Tir contre avions et D. C. A." van kolonel Pagézy wordt vervolgd. De moeite van het lezen zeer zeker waard is „L'emploi tactique des minenwerfer dans l'armée allemande" üe Schrijver, comman dant H. Martin, zegt daarin o. m. „Le minenwerfer est loin de constituer pour 1' infanterie l'engin d'ac compagnement idéal C'est une arme inventée pour la guerre de posit on et adaptée tant bien que mal a la guerre de mouvement. En attendant mieux, les Allemands cherchent a en tirer le rendement maximum, lis s'efforcent, en particulier, de familiariser tous Ieurs officiers et sous-officiers d'infanterie avec leur emploi tactique. Le règlement piescrit de constituer fréquemment d°s sections renforcées (verstarkten Ziige) ou des groupements de combat Kampfgruppent composés d'une section (ou demi-section) d'in fanterie et d'une section (ou pièce) de minenwerfer, d'une mitrailleuse lourde et parfois d'un canon d'infanterie. L'anncx au Règlement d'infan terie donne a l'usage de ces „groupements de combat" des types d'exercises, oü le chef du petit groupement doit combiner Paction de ces différents engins de feu avec Taction des voltigeurs. L'infanterie allemande s'entraine ainsi a se tirer d'affaire avec ses propres armes, lorsque les armes soeurs ne sont pas en état de lui ap- porter leur appui." Wissen und Wehr. Februar 1925. Ter lezing wordt aanbevolen: „Gedan- ken über Mannszucht". Over dit oude onderwerp wordt veel wetenswaar digs op nieuwe wijze meegedeeld. Terecht staat boven het artikel „Alles Gescheidte ist schon gedacht, man musz nur versuchen, es noch einrnal zu denken. (Goethe) Met aanhalingen van Plufarcluis en Shakespeare, Schopenhauer en Clau- sewitz, prins Friedrich Karl en Ricarda Huch bont opgesmukt, wekt het artikel inderdaad op tot „noch einrnal denken" over dit voor den officier zoo gewichtige onderwerp. In „Ueber Nachtgefechte" komt het in Duitsch- land aanwezige streven op den voorgrond, om door ongewone strijdwijzen tegemoet te komen aan de minderwaardigheid in bewapening, die het Versailler Verdrag het Duitsche leger oplegt. Zoo wordt hier aan de hand van de krijgsgeschiedenis nagegaan wat in deze richting van nachlgevech- ten is te verwachten. Vele voorbeelden van nachtelijke aanvallen op allerlei fronten uit den grooten oorlog worden aangehaald, zoowel uit den bewegings- als uit den stelling-oorlog. Na zorgvuldig napluizen der bereikte resultaten en een wikken en we gen der mogelijkheden in de toekomst in verband met moderne strijdmid delen, komt schrijver tot de gevolgtrekking: „Die Frage ob Nachtangriffe in unserer Lage grundsatzlich zu bevorzugen sird, ist daher zu verneinen." liet komt ons voor dat deze vraag dan toch wel wat naief gesteldis en voor de beantwoording geen 20 bladzijden druks noodig zijn. Trouwens schrijver voelt dit ook, als hij zegt dat men evengoed kan vragen of men in de toekomst den oorlog niet door boschgevechten kan winnen. Het vorenstaande neemt niet weg, dat het onderwerp zelf in deze studie nog weer eens uitvoerig en tot op den dag bij behandeld is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 61